Export kaas en wei daalt sterkst, boter is topper

Brussel – De Nederlandse zuivelindustrie heeft vorig jaar zo’n 16 procent minder kaas geëxporteerd naar landen buiten de EU en 6,5 procent minder vollemelkpoeder, de export van boter, mageremelkpoeder en condens steeg daarentegen sterk. Dit blijkt uit Europese gegevens, die lopen tot en met november.

Uit deze gegevens blijkt dat condens Nederlands grootste product is dat naar landen buiten de EU wordt verkocht. Tot en met november 2013 werd daarvan ruim 160.000 ton verkocht, tot en met november 2014 werd bijna 179.000 ton verkocht, ofwel 11 procent meer. Dit lijkt verband te houden met de capaciteitsuitbreiding in de condensfabriek van FrieslandCampina in Leeuwarden. Dit is overigens niet de enige condensproducent in Nederland. Duitsland, na Nederland de tweede condensproducent in de EU, wist de condensexport naar landen buiten Europa, met 36 procent te vergroten, van bijna 55.000 naar 75.000 ton.

Het tweede exportproduct naar landen buiten de EU is vollemelkpoeder, al daalde de export hiervan met 6,5 procent, van ruim 122.000 ton naar een kleine 115.000 ton.

De uitvoer van kaas naar derde landen daalde met 16 procent, van een kleine 133.000 ton naar bijna 112.000 ton. De export van weipoeders daalde overeenkomstig. De Duitse kaasexport naar derde landen daalde met bijna 13 procent naar 82.000 ton, de Franse kaasexport buiten de EU met slechts een goede 5.000 ton naar 95.800 ton.

Bij de Nederlandse producten steeg de export van boter procentueel gezien het hardst: met bijna 44 procent, van een kleine 12.000 naar ruim 17.000 ton. De uitvoer van mageremelkpoeder steeg ook (20 procent), maar lang niet zo hard als in Frankrijk (78 procent) en Duitsland (36 procent).