Meer broeikasgas door groei melkveestapel

Bilthoven – De uitstoot van broeikasgassen en ammoniak in Nederland is in 2013 licht toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. De stijging is voor het grootste deel toe te schrijven aan de landbouw en de chemische industrie, zegt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), dat de cijfers maandag bekend maakte.

Op de langere termijn (sinds 1990) is er sprake van een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen uit de landbouw. De stijging van het aantal melkkoeien veroorzaakt een toename van de uitstoot van methaan (CH4). De uitstoot vanuit de chemische industrie nam toe in de vorm van lachgas (N2O). De uitstoot vanuit verkeer en industrie is afgenomen. Huishoudens en kantoren verstookten door het koude voorjaar van 2013 meer aardgas, waardoor ook in die sector sprake was van een toename van de uitstoot.

Het RIVM stelt dat de doelstellingen en de emissieplafonds niet in gevaar komen door de lichte stijging van de broeikasgassen en ammoniak. De uitstoot van methaan is enorm afgenomen ten opzichte van 1990, het basisjaar voor de internationale afspraken over de vermindering van broeikasgassen. In 1990 was de uitstoot 1.224 miljoen kilo, in 2012 was dat nog 712 miljoen kilo. De vermindering is voor 33 miljoen kilo te danken aan de landbouw, vooral door de vermindering van het aantal dieren en een lager gebruik van dierlijke mest.

Ook de uitstoot van lachgas is in diezelfde periode fors verminderd doordat er minder dieren zijn en het gebruik van kunstmest en dierlijke mest is afgenomen. In 1990 werd nog ongeveer 65 miljoen kilo lachgas geproduceerd door chemische industrie en landbouw. Alleen de landbouw realiseerde een vermindering van ongeveer 16 miljoen kilo. Inmiddels is de uitstoot verminderd tot ongeveer 29 miljoen kilo.