Relatie clostridium en chronische botulisme niet aangetoond

Hannover – Onderzoekers van de Tierärztliche Hochschule Hannover (TiHo) hebben geen relatie tussen de bacterie clostridium botulinum en de als ‘chronisch botulisme’ aangeduide gezondheidsproblematiek in de melkveehouderij kunnen vinden.

Dat bleek afgelopen vrijdag uit de afsluitende presentatie van het onderzoek naar de problematiek. Chronisch botulisme is al diverse jaren een probleem in delen van de Duitse en Deense melkveehouderij zonder dat een plausibele oorzaak en oplossing konden worden gevonden.

De Duitsers deden tegen deze achtergrond hun onderzoek op 139 Noord-Duitse bedrijven en keken daarbij in de veestapels naar zaken als de loophouding, de hygiënische toestand en de status van de gewrichten. Van een kleine 1.400 koeien werden diverse tests uitgevoerd op het bloed, de pens, de mest, urine en de haren. Verder werden proeven genomen van het voer en het drinkwater. Daarnaast werd bekeken in hoeverre duiven en de inzet van bierbostel risicofactoren voor het optreden van clostridium botulinum zijn.

Bij een klein deel van de dieren en bedrijven kon inderdaad worden vastgesteld dat er soms clostridium botulinum in het spel was. Volgens de onderzoekers werden de chronische ziekteverschijnselen vooral veroorzaakt door slechter management en huisvesting, klauwproblemen en de voerkwaliteit. Ook is er geen verband gevonden met biovergisters, iets waar een sterk vermoeden voor was. Projectleider Martina Hoedemaker stelt echter dat er niet geheel afscheid genomen moet worden van clostridium als oorzaak omdat er ook andere clostridium-types zijn gevonden, waaronder drie nog onbekende. “Clostridium kan best acute ziektegevallen veroorzaken, zeker die onbekende types waarvan we nog helemaal niets weten. Maar chronisch botulisme is niet te bevestigen.” Maar omdat er toch clostridium is gevonden is het als oorzaak dus ook niet uit te sluiten bekritiseerden andere onderzoekers.

Getroffen veehouders en dierenartsen willen dat er vervolgonderzoek komt naar de hoeveelheid toxinen die een koe moet opnemen voordat ze symptomen laat zien en het in het bloed aan te tonen is. Hoedemaker staat open voor verder onderzoek.