RundveeNieuws

‘Minder omzet en aanwas voor beter resultaat’

Arnhem – Door koeien minder snel te vervangen, kunnen melkveehouders op honderd melkkoeien al snel 12.000 euro besparen.

Dit blijkt uit een berekening van accountants- en adviesorganisatie Accon avm. Een lager vervangingspercentage betekent dat er minder slachtkoeien worden uitgestoten, minder vee wordt opgefokt en dat meer kalveren worden verkocht. Dit resulteert in een lagere omzet en aanwas, maar levert volgens Accon uiteindelijk geld op en heeft een gunstig effect op het bedrijfsresultaat.

Volgens Harm de Kleynen, agrarisch adviseurs bij Accon avm, is de verleiding groot om te denken hoe hoger de omzet en aanwas, hoe beter het bedrijfsresultaat. In veel gevallen komt volgens hem beter uit: hoe minder omzet en aanwas, hoe beter voor het bedrijfsresultaat.

Bij 26 maanden kost het opfokken van vaarzen, zonder gebouwen- en arbeidskosten, ongeveer €1.500 en al snel €1.900 inclusief de kosten voor gebouwen en arbeid. Een maand korter of langer maakt ruim €60 verschil. De uitstoot van een melkkoe brengt gemiddeld €700 op. Van afkalven tot uitstoot schrijf je dus €1.200 per koe af.

Het verschil in afschrijving veestapel per koe per jaar tussen een vervangingspercentage van 35 procent en 25 procent is 120 euro. Bij 100 melkkoeien dus een verschil van €12.000.

Bijkomend voordeel van een lage omzet en aanwas is dat binnen de gebruiksruimte fosfaat meer melk afgeleverd kan worden. In Nederland is de gemiddelde afkalfleeftijd 27 maanden en ligt het vervangingspercentage op ongeveer 35 procent. Door je vervangingspercentage te verlagen naar 20 procent en de afkalfleeftijd naar 24 maanden, kun je volgens Kleynen ruim 13 melkkoeien meer houden binnen dezelfde fosfaatproductie.

Beheer
WP Admin