Extra opbrengst mais voor het grijpen

Hummelo – Veehouders zijn nog niet gewend aan het nemen van preventieve maatregelen om hun maisgewas te beschermen tegen schimmelaantasting. Door een schimmelaantasting verslechteren opbrengst en kwaliteit en daardoor wordt de potentie van de teelt en het maisras niet ten volle benut.

BASF heeft tijdens de Nationale Rundvee Manifestatie (NRM) een groot aantal veehouders gevraagd naar hun ervaringen met de aanwezigheid van schimmelziekten in de mais. De meest voorkomende reacties zijn dat veehouders met regelmaat te maken hebben met verschijnselen van bladvlekkenziekte in de snijmais. Ook zijn ze zich bewust van het feit dat ze opbrengst laten liggen, maar hebben tegelijkertijd eigenlijk geen idee hoe groot die opbrengstderving is. Dat komt omdat de oogst niet gewogen wordt, maar gelijk in de kuil gaat.

Toch ligt extra opbrengst voor het grijpen, zo stelt BASF, producent van Retengo Plus. Dat blijkt uit cijfers van onderzoek van vorig jaar. Toen was er een vrij lage infectiedruk met Helminthosporium. Desondanks had een bespuiting met het schimmelwerende middel dat vorig jaar werd toegelaten toch effect. Uit proeven in 2013 blijkt behandelde snijmais 8,4 procent meer verse opbrengst en 6,6 procent meer droge stof opbrengst te geven. Het zetmeelgehalte van behandelde mais is hoger (+6,1 procent) en ook de kVEM-productie is 5,7 procent hoger ten opzichte van onbehandelde mais.

Schothorst Feed Research in Lelystad becijfert dat behandelde mais op basis van 850 kilo meer droge stof per hectare, in combinatie met verhoging van 25 gram zetmeel per kilo droge stof en 25 VEM per kilo droge stof, een voervoordeel oplevert van €250 per hectare.