RundveeNieuws

‘Definitie blijvend grasland past niet in Nederland’

Den Haag – LTO Nederland en de Nederlandse Melkveehoudersvakbond NMV reageren nog wat voorzichtig op een mogelijk ploegverbod voor blijvend grasland.

Op basis van de cijfers van de landbouwtelling 2014 is het aandeel blijvend grasland met meer dan 5 procent gedaald. Dat kan in de komende jaren leiden tot een ploegverbod en herinzaaiplicht op bedrijfsniveau voor blijvend grasland (minimaal vijf jaar opeenvolgend gras). Zolang het aandeel blijvend grasland niet meer dan 5 procent daalt wordt de vergroeningseis niet per bedrijf ingevoerd.

NMV-voorzitter Dirk-Jan Schoonman noemt het kleinere areaal blijvend grasland een logische consequentie van de manier van opgeven. Boeren kiezen het zekere voor het onzekere en weten ook niet altijd precies welk perceel blijvend of tijdelijk gras is. De definities voor grasland zoals nu worden gehanteerd zijn  ‘waardeloos’ volgens Schoonman en passen niet in de Nederlandse situatie. “Er is weinig verschil in biodiversiteit tussen beide vormen in de meeste gebieden”, aldus Schoonman. Hij verwijst bovendien naar het onderzoek dat RVO nog uitvoert naar de status van graslandpercelen. Ook door de hogere graslandeis voor derogatie kan het aandeel blijvend grasland hoger blijken dan volgens de landbouwtelling 2014, stelt hij vast.

Kees Romijn van LTO Melkveehouderij verwijst ook naar de effecten van meer grasland door de eis van 80 procent gras op derogatiebedrijven en dat er meer grond meetelt in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. “Zowel boeren als ook het ministerie zitten niet te wachten op een enorme rompslomp van een blijvend graslandverplichting per bedrijf.” Romijn wil ook eerst wel precies weten hoe het zit met de regels voor blijvend grasland. “Ons is tot nu toe niet anders duidelijk gemaakt dat het gaat om een afname van het aandeel blijvend grasland in procentpunten en dat zou nu ineens veel stringenter uitgelegd worden.”

Beheer
WP Admin