RundveeNieuws

‘Extra fosfaatoverschot moet wel volledig verwerkt worden’

Doetinchem – Melkveehouders die nu fors groeien, moeten er wel rekening mee houden dat een extra fosfaatoverschot ten opzichte van 2013 volledig verwerkt moet worden.

Dat wordt een keiharde eis in de nieuwe wet Toekomst Melkveehouderij die nu bij de Raad van State voor advies ligt. Die waarschuwing geeft Kees Romijn, voorzitter van LTO melkveehouderij, af in reactie op de 5 miljoen kilo grotere fosfaatproductie in de melkveehouderij in 2013. De melkveestapel produceerde in 2013 ruim 81 miljoen kilo fosfaat. Dat komt al dicht in de buurt van het landelijk plafond van 85 miljoen kilo dat LTO, NZO, Nevedi en agrarische accountants in december 2013 zijn overeengekomen. Voor Romijn was de stijging van 3 miljoen kilo fosfaat door meer dieren geen verrassing, maar wel dat er ook een stijging was van 2 miljoen kilo door een lagere voerefficiency en meer fosfor in het voer. Over het fosforgehalte is afgesproken dat het maximaal 4,5 gram per kilo voer zou zijn en dat kwam uit op 4,6 in 2013. “Dat moet anders en daarover zijn we in gesprek met Nevedi”, aldus Romijn.

Romijn erkent dat nu al een groot deel van de fosfaatruimte van de melkveehouderij opgesoupeerd blijkt. “Maar het fosfaatplafond van 85 miljoen kilo is wel degelijk een harde bovengrens waar we ons aan moeten houden. Het alternatief was melkveerechten op het fosfaatproductieniveau van 2012”, aldus Romijn. Om het plafond te handhaven. zijn er afspraken gemaakt tussen LTO en NZO in december 2013. Dat betreft onder meer verplicht gebruik van de Kringloopwijzer vanaf 1 januari 2015 voor bedrijven met een fosfaatoverschot. Ook mag het percentage weidegang niet dalen onder het niveau van 2012 en komen er mogelijk aanvullende eisen voor weidegang of regionale ruwvoerproductie voor groeiers die een nieuwe vergunning aanvragen.

Beheer
WP Admin