‘Fonterra moet niet meer rommelen met melkprijs’

Auckland – Coöperatie Fonterra heeft zich in december vorig jaar een hoop potentiële problemen op de hals gehaald door bij de betaling van melkgeld af te wijken van de vastgelegde uitbetalingssystematiek – de gereguleerde Farm Gate Milk Price (FGMP). Dit stelt Craig Investment Partners, een Nieuw-Zeelands dochterbedrijf van Deutsche Bank in een analistenrapport.

Fonterra hield bijna 317 miljoen euro aan melkgeld in de zak door 70 cent per kilo gecombineerd vet en eiwit minder uit te betalen dan zou moeten op grond van de FGMP. Het deed dit om te voorkomen dat het meer geld aan boeren zou uitbetalen dan het feitelijk in de markt verdiende en om vervolgens een aantal investeringen niet te kunnen doen.

Fonterra zorgde daarmee echter ook voor ongelijkheid tussen de verschillende soorten leden/aandeelhouders van de coöperatie en bezorgde concurrenten van Fonterra (die melk van Fonterra gebruiken op eenzelfde manier als Arla en DeltaMilk doen met FrieslandCampina-melk via het DMF) onverwachte extra winsten, omdat ook zij melk goedkoper konden kopen. De ongelijkheid tussen leden/aandeelhouders komt met name tot uiting in het verschil in rendement voor degenen met ‘natte’ en ‘droge’ aandelen Fonterra (dat wil zeggen, tussen degenen met aandelen die direct gekoppeld zijn aan melkleverantie en anderen met aandelen die hun bijbehorende leveringsrechten hebben doorverkocht).

Volgens Craig Investment Partners is met het besluit om af te wijken van de vastgestelde formule ook een gevaarlijk precedent geschapen om vaker af te wijken. De coöperatie zou er volgens het bureau goed aan doen om de nu ontstane onduidelijkheden snel weer weg te nemen. Nieuwe besluiten over de melkprijs moeten op een transparante manier worden genomen en goed worden doordacht, alvorens ze worden doorgevoerd. Zo niet, dan komt de reputatie van Fonterra als betrouwbare onderneming op de tocht te staan.