RundveeNieuws

Iets meer BVD-vrije of onverdachte bedrijven

Deventer – De gezondheidssituatie van runderen op Nederlandse melkveebedrijven toont maar weinig verandering. Er lijkt wel een tendens dat het aantal bedrijven dat vrij is van BVD (bovine virus diarree) of de tankmelkstatus onverdacht heeft iets toeneemt. Het aantal IBR-vrije (infectueuze bovine rhinotracheïtis) bedrijven en bedrijven die onverdacht zijn op basis van tankmelkonderzoek nemen juist iets af. Dat blijkt uit de monitoring Rundergezondheidszorg, samengesteld door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).

In 2013 heeft 42 procent van de melk leverende bedrijven een IBR-vrije status of zijn tankmelk onverdacht. Dat percentage lag in 2012 op 44 procent en in 2011 op 45 procent. Voor BVD geldt dat in 2011 30 procent van de melkveebedrijven de status vrij heeft of tankmelk onverdacht. Dat percentage nam toe in 2012 naar 31 procent en in 2013 naar 33 procent. In totaal doen ruwweg 7.000 melkveebedrijven mee aan een BVD-monitoringsprogramma. En ongeveer 8.000 melkveebedrijven volgen een IBR-monitoringsprogramma.

Volgens de GD staat de complexe ziekte BVD de laatste jaren meer op het netvlies bij veehouders. Ook is de schade door BVD, zoals verwerpen, vroegtijdig bevallen van doodgeboren of zwakke kalveren ook groot. De traagheid in de verbetering zit vooral in de langdurige programmatisch aanpak van de ziekte.

Voor Salmonellose en para-tbc geldt dat de situatie stabiel is. In 2013 is op 874 bedrijven een salmonella infectie vastgesteld. Dat komt overeen met 5 procent van de 17.000 melkveebedrijven. In voorgaande jaren was dat percentage vergelijkbaar. De para-tbc-status is op 98 procent van alle melkveebedrijven bekend. 75 procent hiervan heeft para-tbc-status A net als voorgaande jaren.

Beheer
WP Admin