Dierenbescherming overweegt vertrek uit weidegangconvenant

Rotterdam – De zuivelindustrie en melkveehouderij bedotten de samenleving als het gaat om weidegang en doen veel te weinig om de teruggang ervan te stoppen.

Voor de Dierenbescherming is het reden om deelname aan het convenant te heroverwegen.

Dit stelt de Dierenbescherming in de pas gepresenteerde voortgangsrapportage bij het Convenant Weidegang. De organisatie neemt niet langer genoegen met de vrijblijvendheid. Ze belooft dat ze in het komende jaar ‘de dreigende teloorgang’ van de weidegang scherper aan de orde zal stellen en dat ze de zuivel en de overheid hier directer op zal aanspreken.

Beleidsmedewerker Bert van den Berg gaat ervan uit dat de Dierenbescherming wel in het convenant zal blijven, maar dan moet het convenant wel worden aangepast. Zo moet weidegang niet meer worden afgerekend op het percentage bedrijven dat aan meedoet, maar aan het aantal koeien dat buiten komt. Ook moeten meer maatregelen worden genomen om de hand over hand toenemende schaalvergroting te remmen, stelt hij.

De voortgangsrapportage werd tegelijk gepubliceerd met een persbericht van de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO), dat de ‘volksverlakkerij’, waaraan de Dierenbescherming zich zo ergert, nog eens werd uitgedragen. De NZO spreekt in het persbericht namelijk van 80 procent weidegang in 2013 en 77,8 procent in 2014,  terwijl het aantal bedrijven met ‘volledige weidegang’ (120 dagen, 6 uur) dit jaar nog maar 70,1 procent bedroeg. Bovendien is dit percentage dalend.

Omdat het ‘vijf voor twaalf’ is voor de weidegang, wil de Dierenbescherming weidegang verplicht stellen. De vrijblijvendheid die er nu is, werkt niet meer, stelt de organisatie. Fabrieken zouden weidegang verplicht moeten stellen via de leveringsvoorwaarden. Van den Berg: “Melkveehouders mogen wel iets van hun coöperatie vinden, maar, o wee, als de coöperatie iets van haar leden vindt, dan heb je zo een stadion vol. Dat moet veranderen.”

De Dierenbescherming noemt het kwalijk dat de zuivel en melkveehouderij het doen voorkomen alsof ze bij de Melkveewet een knieval maken door in te stemmen met een maximumgebruiksnorm van 100 kilo fosfaat per hectare (voor grasland), terwijl die 90 procent groei toelaat.

Van den Berg wil niet alleen wijzen naar de melkveehouderij en zuivel. “Ook wij hebben onze verantwoordelijkheid, en moeten de supermarkten er nadrukkelijker op wijzen dat zij ook een stapje harder moeten lopen.”

Bij alle zorg noemt hij ook een positief punt. “Mooi is dat het Convenant Weidegang nu ook door Lely is ondertekend en dat er projecten zijn voor robotmelken en weidegang.”