‘Aantal schapen onder 1 miljoen’

Den Haag – Het aantal schapen in Nederland is in 2014 gedaald tot minder dan 1 miljoen. Dat meldt het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) op basis van cijfers uit de Landbouwtelling.

In 2000 liepen er in Nederland nog 1,3 miljoen schapen. Na de uitbraak van mond- en klauwzeer in maart 2001 daalde dit aantal met 110.000 tot circa 1,2 miljoen in 2003. Tussen 2003 en 2006 herstelde de schapenstapel zich en steeg het aantal schapen tot bijna 1,4 miljoen. Sinds het afschaffen van de ooipremie in 2006 daalde het aantal schapen gestaag.

Het aantal bedrijven met schapen daalt al sinds 2000 van 17.500 naar circa 12.000 in 2014. Het gemiddeld aantal schapen op deze bedrijven steeg tussen 2000 en 2006 van 75 dieren naar bijna 100 dieren. Sindsdien is het aantal schapen per bedrijf weer gedaald tot 80 dieren, iets boven het niveau van 2000.

De meeste schapen (2014) lopen in Friesland (167.052), gevolgd door Gelderland (134.162). Het grootste aantal schapen per bedrijf is in Groningen (106), op de voet gevolgd door Flevoland (104) , het kleinste aantal in Utrecht (50).

De uitvoer van levende schapen is vrij stabiel. Het aantal levende schapen dat jaarlijks geëxporteerd wordt, ligt sinds 2008 rond 350 duizend stuks. De belangrijkste exportlanden zijn België en Frankrijk, samen goed voor ongeveer 90 procent van de totale uitvoer van levende schapen. De helft van de schapen die naar België gaan, zijn lammeren, voor Frankrijk is dat ruim driekwart.

De import van levende schapen is beperkt, maar neemt wel toe. In 2013 bedroeg de import ongeveer 85 duizend dieren, in 2008 was dit ongeveer 60.000 dieren. Het belangrijkste importland is Duitsland, gevolgd door Polen en Roemenië. Uit beide laatste landen komen vrijwel uitsluitend lammeren.