RundveeNieuws

Uitslagen wijzen op goede maisoogst

Lochem/Wageningen – Nagenoeg ideale weersomstandigheden hebben dit jaar geresulteerd in snijmais van uitzonderlijk hoge kwaliteit, met zowel een hoge VEM-waarde als een hoog zetmeelgehalte.

Daarbij zijn ook de tonnages nog eens goed.

Dit komt niet vaak voor. Meestal is of de VEM-waarde (voeder-eenheid melk) hoog en het zetmeelgehalte iets minder of juist andersom. Op basis van de eerste 1.400 onderzochte maiskuilen durven onderzoekslaboratorium BLGG en ForFarmers nu evenwel te stellen dat het ditmaal op vrijwel alle fronten meezit. Ze spreken van misschien wel de beste maisoogst ooit voor Nederland.

De onderzochte kuilen hebben gemiddeld een VEM-waarde van meer dan 1.000, terwijl het zetmeelgehalte ook 20 gram per kilo hoger ligt dan het langjarige gemiddelde en dat terwijl het gaat om kuilen mais die vroeg zijn geoogst. Van latere kuilen is het zetmeelgehalte waarschijnlijk nog hoger. Ook de celwand-verteerbaarheid (NDF-verteerbaarheid genoemd) is hoog.

Productmanager Gerard Abbink van BLGG: “In andere jaren zaten er bij de eerste uitslagen vaak relatief veel kuilen tussen waarvan de mais te vroeg was gehakseld. Dan was de plant nog groen en de kolf nog niet helemal afgerijpt. Een hoge VEM-waarde ging dan vaak samen met een lager zetmeelgehalte. Dit jaar is het anders. Er zaten nog veel groene planten bij, maar de kolf was al goed afgerijpt.”

Cees van der Sluijs van Agrifirm tekent aan dat er regionaal wel grote verschillen zijn. “Er zijn ook gebieden, waar boeren zullen zeggen dat ze te veel water hebben gehad. De droge zandgronden waren echter prima.”

Van der Sluijs waarschuwt dat het opletten is met het voeren van de nieuwe mais. “Boeren gaan soms heel gemakkelijk om van het oude op het nieuwe rantsoen. Dan kunnen gekke dingen gebeuren. Beter is het dan om even de mais wat te minderen en meer ander ruwvoer te gebruiken.”

Beheer
WP Admin