RundveeNieuws

Genomics vraagt risicomanagement

Apeldoorn – Het gebruik van genomische stieren neemt steeds verder toe. Daarbij is het wel zaak om het risico van gebruik van deze stieren te managen om afzwaaiers te voorkomen.

Dat blijkt uit de discussie die gevoerd werd tijdens de GES-dag, georganiseerd door Stichting GES (Genetische Evaluatie Stieren) in Apeldoorn.

Albert Reurink, werkzaam bij Accelerated Genetics in de VS, geeft aan dat het gebruik van genomische stieren in de VS zo’n 50 procent is, variërend van 30 tot 70 procent, afhankelijk van het gebied. In Duitsland is dat inmiddels 70 procent, met variaties van 40 tot 90 procent, zegt Stefan Rensing, verbonden aan de VIT (Vereinigte Informationsystemen Tierhaltung).

Beide specialisten geven aan dat de lagere betrouwbaarheid van de genomische stieren in vergelijking met bewezen fokstieren in acht moet worden genomen bij het maken van de stierselectie. Want met genomische stieren is de vooruitgang weliswaar groter, maar de kans op afzwaaiers is ook groter. Veehouders met een klein aantal koeien zullen de individuele paring hoog in het vaandel houden en zij kunnen dus beter kiezen voor fokstieren met een hoge betrouwbaarheid. Op grotere bedrijven is het inzetten van een groep genomische stieren wel mogelijk omdat daar de spreiding van het risico groter is.

Feit is ook dat nagenoeg alle jonge stieren van dit moment vaders hebben die zelf ook nog alleen een genomische fokwaarde hebben. Dat kost een paar procent betrouwbaarheid.

De vragen uit de zaal richtten zich vooral op de kenmerken die langere tijd nodig hebben om tot een hogere betrouwbaarheid te komen. Levensduur is daar een duidelijk voorbeeld van. Het duurt immers lang voordat via dochters duidelijk wordt hoeveel daarvan ook daadwerkelijk in staat zijn  meerdere lactaties vol te maken. Tegenargument is dat dit in het model van dochtergeteste stieren ook lang duurt. Ook denkt Roel Veerkamp, coördinator van GES, dat een groep jonge stieren met een fokwaarde van gemiddeld honderd dagen levensduur meer dan dochtergeteste stieren, ook dieren leveren die langer meegaan. Zelfs al zou de fokwaarde dalen, bijvoorbeeld met vijftig dagen, dan nog zijn ze gemiddeld altijd nog vijftig dagen beter dan de dochtergeteste stieren.

Beheer
WP Admin