RundveeNieuws

Doorgemolken koe heeft slechtere biest

Utrecht – Koeien die doorgemolken zijn tot aan afkalven, hebben ongeveer de helft aan antistoffen in de biest in vergelijk met koeien die minimaal zes weken droogstand hebben gehad. Toch bevat de biest gemiddeld nog wel voldoende antistoffen om kalveren, onder voorwaarde van een goed toegepast biestmanagement, van voldoende antistoffen te voorzien. Dat is de conclusie van een veldstudie uitgevoerd door de Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht.

Susanne Eisenberg, dierenarts verbonden aan de Faculteit Diergeneeskunde, is een van de betrokken onderzoekers. De onderzoekers vergeleken de kwaliteit van biestmonsters van koeien met een droogstand van minimaal 42 dagen (189) en koeien die werden doorgemolken (38). Voor de kalvergezondheid is voldoende aanwezigheid van immunoglobulinen (Ig) in de biest van belang. Eisenberg: “Het belangrijkste is de IgG en dan meer specifiek de IgG1”. Voor kalveren geldt dat zij voor een goede opbouw van de maternale weerstand 100 milligram IgG moeten opnemen in de eerste 24 uur na de geboorte.

De biest van de drooggezette groep koeien bevatte gemiddeld 41,5 milligram IgG. Bij deze dichtheid moet het kalf dus ten minste 2,4 liter biest binnen 24 uur hebben opgenomen. “Wij vonden dat de biest van doorgemolken koeien gemiddeld 24,9 milligram IgG bevat, dus dan moet het kalf al ten minste 4 liter biest opnemen.

Beheer
WP Admin