Invoerbeperkingen bedreigen kalversector niet

Lunteren/Zeist – De groeiende reeks importverboden voor nuchtere kalveren die de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalverhouderij (SKV) heeft ingesteld, vormt geen gevaar voor de ontwikkeling van de bedrijfstak.

Verreweg de meeste aanvoer komt van dichtbij. Dit zegt plaatsvervangend voorzitter van LTO vleeskalverhouderij Chris de Jong.

Afgelopen vrijdag stelde de SKV een import- en opzetverbod in voor kalveren afkomstig uit Hongarije. Aanleiding is een uitbraak van blauwtong in dat land. Tot nu toe heeft de bedrijfstak vooral hinder ondervonden van uitbraken van Afrikaanse Varkenspest en Klassieke Varkenspest in Polen, Litouwen, Letland en Polen.

Als gevolg daarvan is  de invoer uit delen van deze landen stopgezet. Dat heeft geleid tot een flinke afname van de aanvoer van kalveren uit het Baltische gebied en Polen, maar heeft de kalveraanvoer als zodanig niet in gevaar gebracht. Dat komt ook omdat de aanvoer vanuit dichterbij gelegen landen, zoals Duitsland, licht stijgt. Net als in Nederland breidt de melkveehouderij daar uit met het einde van de melkquotering in zicht. Bovendien zijn enkele tot voor kort nog geblokkeerde gebieden in Duitsland, die gesloten waren in verband met BVD type 2, recent weer vrijgegeven.

Dit alles wil niet zeggen dat de vleeskalverhouderij het fijn vindt dat veel minder kalveren kunnen worden aangevoerd vanuit Polen en de Baltische gebieden. Er is nu minder keuze in het aanbod, en dat zou ook de prijzen kunnen beïnvloeden. Voorop staat echter dat de diergezondheid in Nederland goed blijft gewaarborgd, aldus De Jong. Dat is een importbeperking zeker waard.