RundveeNieuws

Buitenlands superheffingsbeleid geen reden voor coulance

Den Haag – De manier waarop in Italië wordt omgegaan met de superheffing is geen reden om coulant te zijn voor Nederlandse melkveehouders die het melkquotum overschrijden.

Dat stelt het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in een zaak die was aangekaart door melkveebedrijven uit Erp en Nistelrode (Noord-Brabant). De bedrijven maakten bezwaar tegen de opgelegde superheffing in de jaren 2007 tot en met 2011.

De bedrijven voerden in een procedure bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven aan dat het opleggen van superheffing in hun geval om een aantal redenen niet rechtvaardig was. Eén daarvan was de onderschrijding van het quotum in andere lidstaten, een ander argument was dat er een oneerlijke concurrentiepositie is ontstaan doordat Italië de superheffing niet heeft opgelegd aan de eigen melkveehouders.

De rechter zegt dat de Europese regels om de melkproductie te beperken is geregeld door per lidstaat een quotum vast te stellen. Dat er kennelijk constructies zijn bedacht waarbij het quotum van het ene land wordt volgemolken in een andere lidstaat, doet daar niet aan af. Dat er binnen het nationaal quotum kan worden verevend, betekent niet dat dat ook tussen lidstaten kan en moet gebeuren.

Als in Italië een – in de ogen van de melkveehouders – verkeerde uitvoering wordt gegeven aan de regels, is dat geen reden om in Nederland ook overtredingen door de vingers te zien, zegt de rechter.  Het beroep dat was ingesteld tegen de opgelegde superheffing is door de rechter ongegrond verklaard.

Beheer
WP Admin