Foto: Bert Jansen RundveeFoto

Buffelvlees blijkt schot in de roos

Arjan Swinkels houdt waterbuffels in Son en Breugel (N.-Br.). Het afgelopen jaar kwamen er vooral stiertjes bij, bestemd voor de groeiende vleesverkoop. De vraag naar het vlees is groter dan het aanbod. Sterker: Swinkels kan het nauwelijks bijhouden. Sinds november hebben 320 mensen via social media € 32.000 ingelegd. Dat staat gelijk aan 11 buffelstieren in krap 5 maanden tijd.

De buffelstierenkudde graast op gepacht land op een paar kilometer afstand van het bedrijf. Het aantal stieren nam in 2017 fors toe. Op de eigen locatie werden 10 stiertjes geboren en Swinkels kocht ook 14 stierkalveren van collega-buffelhouders aan.

De waterbuffelstapel steeg sinds 2016 van 40 tot 60. Er is dus meer (pacht) grond nodig. Swinkels kocht onlangs 4 hectare met 'buffelzwembad van de provincie. Ook onderhandelt hij met het waterschap. Dat zoekt grazers voor ecologisch beheer.

De buffelkoeien zijn ook geen hoogvliegers als het om melkproductie gaat. De gemiddelde productie is 2.000 kilo per jaar. Maar de grote animo en de lage kostprijs zorgen ook hier voor een prima inkomstenbron.

De 'zuiveltak'. Achter het erf staan de 33 buffelkoeien in 2 kuddes. De voederplaats is nog te zien. De modderpoel is hier net niet in beeld.

Swinkels mest dan ook niet af voor de markt. Gewicht is belangrijk, maar niet zaligmakend. Het gaat om natuurlijk, robuust, smakelijk én onderscheidend vlees. Dat lukt goed. Buffelvlees past bij de huidige tijdsgeest. Het is 'feel good' en 'groen'.

Van de buffelkoeienmelk maakt Swinkels ijs, yoghurt, roomboter en paneer (Indiase kaas). Dit jaar gaat de buffelhouder op de thuislocatie ook voor het eerst buffelmozzarella bereiden.

De Stoerderij is een succes. Swinkels wil met zijn buffelhouderij gestaag doorgroeien tot 100 dieren in 2020 en wil telkens wat land bijpachten. Omdat de vleesverkoop nu zo goed loopt, wil hij het aantal buffelkoeien en -stieren in balans houden.

Swinkels voert de buffelstieren sober. Tussen april en november vreten ze zoveel mogelijk gras. In de winter - ook nog tijdens deze reportage - krijgen ze daar hooi en kuilgras bij. Het concept is 'stoer vlees'. Daar past geen mais of brok bij.

Buffelstieren zijn opvallend mak. Swinkels kan er zo tussen lopen. Het zijn rustige dieren, maar ze zijn wel stressgevoelig. Als je echt iets van ze wilt, kunnen ze zeer eigenwijs zijn. Maar als ze je vertrouwen, gaat het altijd goed, stelt Swinkels.

Per buffel kan Swinkels 30 à 35 vleespakketten van 6 kilo maken. Dit vlees verkoopt hij via crowdfunding als stieren 1 jaar oud zijn. Consumenten leggen dan ¬ 100 per pakket in. Een jaar later krijgen ze 'hun' stier terug als pakket ter waarde van ¬ 125.

De buffelstieren worden na ongeveer 2 jaar geslacht. Het zijn geen dikbillen. Met 2 jaar is het geslacht gewicht 250 tot 300 kilo. Daar blijft dan 70% van over. Twan Ras is Swinkels vaste slachter. Daar worden jaarlijks 20 stieren geslacht.

De vleesproductie van de buffelstier is matig. Toch verdient Swinkels er een goede boterham mee. Dat komt ook door de lage kostprijs. De buffelhouder pacht bijna al zijn grond, haalt hooi van eigen land en heeft geen gebouwen nodig.

En dat is een succes. De vraag is groter dan het aanbod. Sterker: Swinkels kan het nauwelijks bijhouden. Sinds november hebben 320 mensen via social media ¬ 32.000 ingelegd. Dat staat gelijk aan 11 buffelstieren in krap 5 maanden tijd.

2 buffelkoeien. De vleesverkoop is nu net zo groot als de zuivelverkoop. Vlees verkoopt zelfs makkelijker dan zuivel. Mensen eten wel minder, maar ze kiezen bewuster en willen vaker iets bijzonders op hun bord. De buffel past perfect in dat plaatje.

Arjan Swinkels (38) heeft in Son en Breugel (N-Br.) een veebedrijf met 60 waterbuffels, waarvan 27 stieren en 34,5 hectare grasland met klaver. Dit is vooral pachtgrond van Staatsbosbeheer. Het bedrijf is beter bekend als De Stoerderij. - Foto's: Bert Jansen

Een overzicht van de kleine boerderij met links de boerderijwinkel. De buffels worden buiten geboren en staan het hele jaar in het land. Gebouwen zijn nauwelijks nodig. Alleen tijdens het spenen in de winter kunnen de buffels soms even binnen staan.

Beheer
WP Admin