Foto: Robert Prins RundveeFoto

Klem tussen economie, traditie en overheid

Mani Dairy Farm in Maleisië heeft te kampen met een hoge grondprijs, te weinig werkers, ziekten en een overheid die zich afvraagt of zij wel een melkveesector wil. Het lijkt Nederland wel.

Boerderij.nl bezoekt in Maleisië de Mani Dairy Farm in Lenggeng, zo'n 60 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Kuala Lumpur. De heer Manivannan jr. geeft een rondleiding en vertelt over een melkveesector in problemen. Hoge grondprijs, te weinig werkers, ziekten en hoog intensiteit en een overheid die zich afvraagt of zij wel een melkveesector wil. Het lijkt Nederland wel. Foto's: Robert Prins

Het voordeel van de Mafriwal is dat ze goed resistent zijn tegen tropische ziekten, die overgebracht worden door vliegen of teken. Maar ze hebben ook nogal wat nadelen - zo pieken ze vroeg en daarna daalt de productie snel. Wat ook nogal bewerkelijk is, is dat de kalveren bij de koe moeten zijn als ze gemolken worden, anders laten ze de melk niet schieten.

De koeien van zijn vader staan individueel aangebonden en liggen op rubberen matten. De stallen worden na het melken met water schoongespoten, wat veel nattigheid geeft met bijbehorende klauwproblemen. Manivannan jr. ziet in zijn groep minder problemen.

Dit zijn droge, hoogdrachtige koeien. De meeste zijn drachtig van Holstein-stieren. De meeste dieren die Manivannan heeft aangekocht in Australie zijn Holstein x Jersey-kruislingen. Er zaten ook drie Aussie Reds bij (Australisch roodbont ras onstaan uit het kruisen van Scandinavisch roodbont met andere roodbonte rassen zoals Illewarra, Ayrshire, Red Holstein en Shorthorn) die het beter deden dan de rest, ook qua ziektegevoeligheid. Vaarzen kosten zo'n 2.250 Australische dollars, thuis geleverd.

Ook een goede investering is de ventilator. Gemiddeld is de temperatuur hier 30 graden met hoge luchtvochtigheid. Verkoeling is geen overbodige luxe. Manivannan zou ook graag het dak nog wat omhoog brengen maar je kunt niet alles in een keer doen. Overigens lijken zijn inspanningen resultaat te hebben. Hoewel hij betere koeien aangekocht heeft, zijn deze duidelijk beter in conditie dan de rest van de veestapel. Dit zou je niet verwachten aangezien deze groep zich nog moet aanpassen aan het andere klimaat en huisvesting dan ze gewend waren.

Maar er zijn meer verschillen. De koeien van de zoon zijn bijna allemaal als drachtige vaars uit Australie geïmporteerd. Ze lopen los, in tegenstelling tot die van zijn vader, die aangebonden zijn. Hij heeft een hoog- en laagproductieve groep, waarbij de hoogproductieve groep het jongere gras krijgt en meer krachtvoer. De topproducent van deze groep geeft 23 kilo per dag. Er loopt een melkleiding boven de koeien langs.

Zo voert zijn vader het voer nat, dat wil zeggen: gemengd met veel water. Dit is de gebruikelijk wijze van voeren in Maleisië. Het rantsoen bestaat uit gehakseld vers Napier-gras, bierbostel, soja, palmpitten en krachtvoer naar productie.

Manivannan jr. probeert met kruisen de kwaliteit van de koeien te verbeteren. Met name uiers en benen hebben de aandacht en ook moet de persistentie beter met een hoger productieniveau. De linker koe lijkt een Brown Swiss-kruisling maar is een Charolais x Mafriwal. Het dier geeft 10 liter per dag en is persistent met die productie, dus ze mag blijven. De gemiddelde dagproductie per koe op het bedrijf is ongeveer 10 liter. Per dag leveren ze ongeveer 750 kilo melk af. Het meeste gaat naar een plaatselijke Indiase toetjesfabriek en de rest gaat naar Indiase restaurants in de buurt die zelf yoghurt maken. Wat over is, wordt ingevroren.

De koeien van Manivannan jr. krijgen droogvoer en apart water. De hoogproductieven krijgen de jonge bladeren. Geen van de koeien op dit bedrijf komt in de wei. Het risico van teken die ziektes als Tilaria overbrengen, is te groot. Zelfs op stal komen besmettingen voor, maar die zijn beter controleerbaar. Als de koeien gemolken moeten worden, worden de koeien die loslopen in de stal vastgebonden aan de buis en ter plekke gemolken.

Het Napier (olifants)gras groeit in het perceel naast het bedrijf. Het is lang grof gras met goede voederkwaliteiten en doet het goed in de tropen. Er zijn honderden variëteiten met hoge opbrengsten. Door de hoge intensiteit en gronddruk vraagt de overheid zich af wat te doen met de kleine melkveesector. Alle zuivel importeren is ook een opties, en wordt al door Singapore gedaan.

Op het bedrijf van 3,5 hectare grond, dat gepacht wordt, zijn zeventig koeien. Het grootste deel hiervan is van het lokale Mafriwal-ras (Malaysia Friesian Sahiwal) een F1 van de kruising Holstein x het tropische Sahiwal-ras. Een oppervlak dat te klein is om zelf in voldoende ruwvoer te voorzien voor een bedrijf van deze omvang. Maar grond in deze regio is duur, eigenlijk niet beschikbaar, of onbewerkbaar.

Vader en zoon Manivannan hebben een melkveebedrijf in twee gedeelten. De zoon (27) had een carrière in de luchtvaart gepland, maar die verkeert in Maleisië momenteel in een crisis. Hij besloot halverwege zijn studie af te breken en terug te gaan naar het ouderlijk bedrijf. Hij probeert hier het management te verbeteren en verzamelt zoveel mogelijk informatie van onder andere internet over voeding en fokkerij en probeert langzaamaan verbeteringen door te voeren. Hij is verbazingwekkend goed op de hoogte van wat er allemaal internationaal speelt in de melkveesector.

Manivannan insemineert zelf. Dat moet ook wel, want er is geen inseminator in de buurt. Hij is voor een DHZ-cursus twee weken naar Indonesië gegaan, waarbij hij ook dracht voelen heeft geleerd. De overheid koopt ook sperma in en heeft twee jaar geleden 10.000 rieten Belgisch Blauw geïmporteerd. Het sperma wordt gratis verstrekt aan boeren in de verschillende regio's.

De kalveren worden hoog gehuisvest. Dit om een betere ventilatie mogelijk te maken. In dit klimaat zijn er veel problemen met longontsteking bij de jongste groepen.

Ook hier weer kruislingen, nu Brown Swiss. Stierkalveren blijven ook zo'n 60 dagen op het bedrijf, omdat ze deels nog bij de koeien zogen na het melken. De medewerkers die het vee verzorgen, komen veelal uit Indonesië. Helaas blijkt de melkveehouderij niet aantrekkelijk, want als de arbeiders elders een baan kunnen krijgen, zijn ze direct vertrokken.

Beheer
WP Admin