Foto: Ton Kastermans RundveeFoto

Vleeskalverstal geschikt voor blank en rosé

Willem Kloosterman bouwde een opvallende en goed doordachte vleeskalverstal voor 1.200 kalveren.

Dit is de waterinstallatie, goed voor 2 tot 3 kuub water per uur. Het buffervat heeft een capaciteit van 5 kuub.

Willem Kloosterman (37) zit samen met Grietje (40) in maatschap in Dronten (Fl.). De maatschap liet een nieuwe stal voor 1.200 vleeskalveren bouwen. Opvallend is dat de stal zowel voor blanke als rosékalveren geschikt is.- Foto's: Ton Kastermans

Kloosterman werkt in de Flevopolder samen met een compagnon: kalverhouder en akkerbouwer Van Turnhout. Die beschikt nog eens over 55 hectare land. Hier worden granen, bieten, uien, aardappelen, peen, fruit en tulpen geteeld.

Dit is die nieuwe stal die uit drie grote afdelingen en een voerkeuken/waterinstallatie/houtkachel bestaat. Kloosterman kon - als ex-voeradviseur en ex-bedrijfsleider van een proefkalverbedrijf - de optimale stal bouwen.

Dit is het looppad aan de zijkant van de stal. De lichtinval is goed te zien. De voerkeuken bevindt zich helemaal aan de achterkant van de stal. Daarvoor zitten de drie afdelingen met daartussen de tussenwanden.

In totaal kan Kloosterman 4.000 kuub mest opslaan. De mest - die hij voor meer dan de helft op eigen land kwijt kan - is bovendien homogeen. Ideaal in de polders. De akkerbouwers in de buurt zien dat graag met hun precisielandbouw.

Een overzicht in één van de drie afdelingen. De stal kostte ¬ 1.050 per kalverplaats. Dat was inclusief bestrating, grondwerk en vergunning. De stal oogt opvallend licht, terwijl een lichtstraat ontbreekt.

Kloosterman koos voor grote ramen in de afdelingen om extra daglicht binnen te krijgen. Deze zijn elk 2,60 bij 1 meter. Lichtplaten zijn volgens de veehouder een te grote warmtebron, ook als ze geïsoleerd zijn.

In de hokken hebben de kalveren 1,8 m² ruimte per dier. Ze lopen op roosters met vloerverwarming. Extra rubber was voor Kloosterman geen optie. Die meerkosten - toch al gauw ¬ 90 per kalf - kan hij (nog) niet terugverdienen.

Kloosterman koos voor een verdiepte dwarsopstelling. De voertrog kan hij 'opbergen'. Zo kan hij schakelen tussen blank of rosé. Dat leek hem verstandig met het oog op de toekomst. Zo hij kan hij inspelen op wetgeving en wensen van de contractgever.

Zonder trog blijft een U-bak over zodat Kloosterman ook jong rosés kan houden. Maar als hij blanke kalveren een tijdje van de melk wil halen, kan hij eveneens zo de situatie aanpassen. Hij moet dan alleen zelf bukken als hij de dieren leert drinken.

De voertroggen - die op 25 centimeter hoogte hangen - kan Kloosterman eenvoudig losschroeven ...

... en vervolgens boven de hokken aan de 'kapstok' hangen.

Kloosterman koos voor mechanische zijventilatie. Hij ziet het liefst dat de lucht via de gang binnen komt, omdat er dan naar zijn idee het minst fout kan gaan. Alternatieven als ventielen of gordijnen geven meer risico op vallucht en zieke kalveren.

Dit is de meetwaaier in het midden van de nok van een afdeling. Deze meet de luchtstroom zodat het klimaat constant blijft.

De vijzel in de bak ernaast. Ten opzichte van gas is dit systeem een goedkopere oplossing, stelt Kloosterman. De investering is groter, maar verwarmen via gas kost ¬ 16 per kalf. Nu is dat dus vier keer minder.

Kloosterman koos ook voor een mestrioleringssysteem. Onder de roosters van de kalverhokken zitten separate kelders. Die zijn 1,25 meter diep en hebben een capaciteit voor 300 kuub mest.

Via het riool wordt de mest naar een verdiepte kelder gepompt die deels buiten de stal ligt. Die kelder is luchtdicht en de mest wordt er met behulp van mixers rondgepompt. Het grote voordeel is dat het gas niet terug onder de afdelingen kan.

Kloosterman verwarmt met biomassa; shredderhout. Dat gebeurt met deze volledig elektronisch gestuurde kachel. De kosten: ¬ 4 per kalf. Het is de helft zo goedkoop als pellets, terwijl de investering gelijk is: ¬ 40.000. Ook is een kwart gesubsidieerd.

Dit is die ruim opgezette voerkeuken.

Beheer
WP Admin