Zo wordt drogestof van mais bepaald

Vanaf begin augustus voert DLV-Plant drogestofbepalingen uit in snijmais. Dat is een heel karwei. Boerderij brengt in beeld hoe dat gaat.

Foto

DLV-Plant heeft voor Agrifirm, ForFarmers en Agerland drie proefpercelen mais van ongeveer 0,5 hectare in Mill (N.-Br.), Ommen en Dronten. Op elk perceel staan voor de drogestofbepaling zes vroege en middenvroege rassen.

Foto’s: Ruben Keestra, tekst: Robert Bodde
Vanaf begin augustus wordt daar mais geoogst met een aangepaste 2-rijige Claas-Jaguar-hakselaar uit begin jaren zeventig. Die gaat met de vrachtwagen van perceel naar perceel.
De zelfrijder spuit de gehakselde mais niet weg in een silagewagen, maar in een cycloon. Daaronder hangt een opvangbak voor de opbrengstbepaling in rassenproeven. Die hangt in unsters voor een nauwkeurige gewichtsbepaling.
Bij de drogestofbepaling is de opvangbak niet in gebruik, maar spuit de gehakselde mais het meest op de grond. Met een druk op de knop lost de cycloon niet op de grond, maar in een monsterbandje. Daaronder worden speciale, geperforeerde zakjes gehangen. In elk zakje gaat ongeveer 1 kilo gehakselde mais. De zakjes worden individueel gelabeld.
Voor elk ras liggen er meerdere herhalingen van zes rijen. De twee middelste rijen worden over 7,5 meter gehakseld, hiervan worden twee monsters genomen. Het hakselen van de middenrijen geeft de hoogste betrouwbaarheid.
Na het hakselen van de hele plant halen Eric Reijnierse en Laurens Persoon (in blauwe overall), de DLV’ers die de drogestofbepaling uitvoeren, uit een rij mais alle kolven. Van enkele representatieve kolven halen ze het schutblad af. Die kolven gaan ook in geperforeerde zakjes met een administratienummer erop, opnieuw twee zakjes per ras. Hieruit wordt het drogestofgehalte van de kolf en spil bepaald.
Daarna gaat de hakselaar weer in de rij maisplanten zonder kolf. Hiervan worden ook weer twee monsters genomen.
De monsters worden binnen een uur na het begin van het hakselen gewogen en verzameld in containers. De Claas-Jaguar gaat weer op de vrachtwagen op weg naar de centrale in Dronten.
In Dronten pakken de DLV’ers de monsters over in ijzeren trays die in de droogstoof passen.
Daarna gaan de monsters de droogstoof in. Ze blijven daar 2 tot 3 dagen in. Het water wordt aan de mais onttrokken door droge lucht van 60 graden.