Redactieblog
3877 x bekeken
12 reacties
‘Boer moet ook een sociaal leven kunnen hebben’
Het gezinsbedrijf van de toekomst is een familiebedrijf. Mét ruimte voor een sociaal leven.
Het gezinsbedrijf in de toekomst. Dat hield ons vorige week bezig. Dr. Henk Oostindië van de Wageningse Universiteit gaf er een interessant interview over. Hij constateerde dat de samenleving wil dat het gezinsbedrijf blijft.
“Wat is dan een gezinsbedrijf?”, vraagt Hanna zich af.”De boer en boerin, samen ploeterend met een zoon op het bedrijf? Altijd aan het werk en met weinig contacten in de maatschappij omdat er geen tijd voor is? En te weinig inkomen om er hulp bij in te schakelen?”
Boerenbedrijf van de toekomst
“Dat is niet mijn gezinsbedrijf”, reageert Hans meteen.”Kijk naar familiebedrijven. Die zijn ook begonnen als gezinsbedrijf, waar ze allemaal meewerkten. Toen ze groeiden, werden het familiebedrijven. De familie had nog wel de leiding en werkte mee op allerlei terreinen, soms alleen als financier. Maar ze hadden werknemers om zelf ook een verantwoord sociaal en maatschappelijk leven te hebben. Zo zie ik het boerenbedrijf van de toekomst ook.”
‘Een bedrijf van alleen de boer met wat hulp van de rest van het gezin blijft te klein’
Ik ben het eens met beide. Een bedrijf van alleen de boer met wat hulp van de rest van het gezin blijft te klein. Men kan niet voldoende meegaan met de nieuwe dynamiek van de tijd. Dat betekent actief zijn in maatschappelijke organisaties, lid worden van sportverenigingen en vakantie nemen. Kortom, gewoon kunnen doen wat zoveel mensen graag doen, en dus ‘erbij horen’. Als we dat niet doen, raken we steeds meer geïsoleerd. Dat accepteren wij nu nog, maar de boer van de toekomst niet.
“Wat is dan een gezinsbedrijf?”, vraagt Hanna zich af.”De boer en boerin, samen ploeterend met een zoon op het bedrijf? Altijd aan het werk en met weinig contacten in de maatschappij omdat er geen tijd voor is? En te weinig inkomen om er hulp bij in te schakelen?” - Foto: ANP
Boer moet vervanging hebben
Die moet niet altijd voor het melken thuis hoeven te zijn. Die moet ook kunnen bellen dat hij wat later komt, of wegblijft. Die moet ook zijn kinderen naar het sporten kunnen brengen, ook als het bedrijf om arbeid vraagt. Er moet vervanging en financiële ruimte voor zijn om dat te doen.
“In mijn ogen is zo’n familiebedrijf de opvolger van het huidige gezinsbedrijf”, zegt Hans. “Ik kan me best voorstellen dat we 800 koeien hebben met een aantal medewerkers. Maar ons er als gezin en familie wel helemaal bij betrokken voelen. Dat zal de toekomst zijn”.
Daar zijn Hanna en ik het helemaal mee eens.
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.