‘Melkverminderingsplan: trammelant zonder effect’

De contouren van de melkverminderingsregeling die voorligt om de derogatie veilig te stellen zijn duidelijk.

Melkveehouders kunnen voor het jaar 2017 kiezen voor een quotum. Dan mogen ze net zoveel melk leveren als in 2015. Voor elke liter meer volgt een heffing van 90% van de voorschotprijs. Onderschrijding wordt beloond; met hoeveel is afhankelijk van de totale opbrengst van de overschrijding. Het aantal dieren op het bedrijf mag de veehouder zelf bepalen.

Het alternatief is dat de veehouder maximaal het aantal GVE’s van 2 juli 2015 aanhoudt, minus 4%. Hij is dan vrij in het aantal kilo’s melk dat hij levert. Door jongvee af te stoten, is aan die vier procentseis te voldoen. Bij meer krimp in GVE’s kan de veehouder extra melkkoeien houden. Die optie zullen velen gaan toepassen, want de melkprijs ligt in december – inclusief toeslagen en nabetaling – bij FrieslandCampina al boven 40 cent, dus op een meer dan kostendekkend niveau.

Getriggerd door de hoge melkprijs zal de melkproductie dus blijven groeien. De veehouder trekt daarvoor ook nog eens maximaal aan het krachtvoerkoordje. Dat vergroot de fosfaatproductie per melkkoe. Uiteindelijk dus meer melk, meer fosfaat in de mest, meer koeien, minder jongvee en een nog steeds verbrijzeld fosfaatplafond. De regeling dreigt dus tot veel rumoer en trammelant te leiden, zonder het beoogde effect te scoren.