‘Geen politiek gewin via derogatie’

Het was de week van de waarheid, schrijft Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik.

Vorige week maandag onderhandelden banken, boeren, zuivelproducenten en mengvoederleveranciers al over maatregelen die nodig zijn om de derogatie te behouden. Eind vorige week liet staatssecretaris Van Dam weten dat een principeakkoord tussen het ministerie van Economische zaken en de melkveesector is bereikt. Nu zijn VVD-minister Melanie Schultz van Milieu en Van Dam aan zet om er voor te zorgen dat Nederland de milieudoelen haalt.

Minder koeien

Volgens het principeakkoord moet het aantal koeien met 175.000 stuks worden terug gebracht. De vraag is nu of dat aantal afdoende is en of dat je over een paar jaar niet weer tegen hetzelfde probleem aan loopt wanneer er nu niet hard genoeg wordt ingegrepen. Verder wordt er een stoppersregeling in het leven geroepen, waar ik zelf ook al meerdere malen voor heb gepleit in het Parlement en in deze blog, en wordt er ingezet op het voerspoor om de fosfaatreductie te realiseren. De vraag is nu of de Europese Commissie de plannen goedkeurt.

Nu wel geld beschikbaar

Opmerkelijk is dat de staatssecretaris nu wel voldoende geld heeft om alle voorgestelde maatregelen te financieren en juridisch te ondersteunen. Eerder zei hij niet meer dan €23 miljoen tot zijn beschikking te hebben om het fosfaatprobleem aan te pakken. Ik hoop dan ook niet dat er is geprobeerd om politieke munt te slaan uit de onderhandelingen. Als lid van de grootste fractie in het Europees Parlement vind ik dat we als politici gezamenlijk moeten zoeken naar oplossingen.

Voor die oplossingen moeten we ook kijken naar Europa. Dat werd afgelopen maandag nog eens benadrukt door voormalig minister Cees Veerman. Hij presenteerde die dag een rapport aan Eurocommissaris Hogan, waarin voorstellen zijn opgenomen om de positie van de boer in de keten te verbeteren. Veerman verwees daarbij terecht naar de grotere rol die de Europese Investeringsbank zou kunnen spelen als verstrekker van de middelen uit het Junckerfonds (EFSI).

Vier Nederlandse projecten ingediend

Het geld uit EFSI zou de Nederlandse land- en tuinbouwsector goed kunnen gebruiken. Toch hebben Nederlandse boeren nog niets van het geld gezien omdat er tot nu toe nog maar vier projecten vanuit Nederland zijn ingediend. Dat is een groot verschil met de dertig projecten die vooralsnog door Frankrijk zijn ingediend of met de Hongaren die al €160 miljoen voor kleine en middelgrote land- en tuinbouwbedrijven hebben weten op te strijken.

Het geld uit EFSI is vooral bedoeld om duurzame banen te creëren en zou dus een grote rol kunnen spelen in de toekomst van de land- en tuinbouw. Ik vind dan ook dat we de handen ineen moeten slaan en volop gebruik moeten maken van de financiële middelen die beschikbaar zijn. Dus geen politiek gewin, maar een gezamenlijke aanpak om te zorgen voor een betere toekomst voor boer en boerin.