Foto: Mark Pasveer RundveeOpinie

FrieslandCampina moet boer vooropstellen

De financieringsstructuur van FrieslandCampina is achterhaald en verdient herbezinning. Net als het coöperatieve model. Het worden interessante ledenvergaderingen!

Binnenkort maakt Royal FrieslandCampina (RFC) haar winst over 2015 bekend. Die zal waarschijnlijk meevallen, want de onderneming draait goed. Helaas is de melkprijs op dit moment erg matig. Die melkprijs is de uitkomst van de afgesproken systematiek, daarover valt niet veel te zeggen. De winst wordt voor een deel uitgekeerd en voor de rest gereserveerd, al dan niet op naam. Dit jaar wil RFC een discussie over de financiering. Zijn er plannen voor grote investeringen of andere financieringsvormen? Is er wellicht een probleem?

Wie had verwacht dat Euribor zover zou teruglopen?

De RFC-leden stellen in feite €1,2 miljard als achtergestelde lening beschikbaar ter financiering van de onderneming, zonder enige zekerheid en gedeeltelijk ook niet opneembaar. Bij de introductie van aandelen bij Friesland Dairy Foods kenden deze een vergoeding van ongeveer 10 procent. Bij de fusie met Campina is deze vergoeding teruggebracht naar 3 procent boven Euribor. Die 6 procent leek toen niet eens zo gek, maar wie had verwacht dat Euribor zover zou teruglopen? De vergoeding is nu ruim 3 procent en voor direct opneembaar 1 procent. Dat is slecht voor een achtergestelde lening, 6 procent zou redelijk zijn. De huidige vergoeding voor die €1,2 miljard is €35 miljoen. Een vergoeding van 6 procent zou de winst van €400 miljoen à €500 miljoen slechts €30 miljoen drukken.

Winst is fraai, maar leden profiteren er te weinig van

Dit is nu eenmaal het effect van de gekozen structuur en systematiek. Maar hoe heilig is die structuur en wie bepaalt hoe je die inricht? Wij toch met elkaar en het bestuur in het bijzonder! Het gaat toch niet om de directie en de meer dan 1.000 mensen personeel in Amersfoort. Wij als boeren zijn toch een coöperatie met een doel?

De onderneming investeert veel in duurzaamheid, maar amper in duurzaamheid en maatschappelijk acceptatie van haar leden. De winst is fraai, maar de leden profiteren daar in onvoldoende mate van.

Tijd voor herbezinning

Het lijkt mij daarom nu tijd voor herbezinning. We moeten een fundamentele discussie voeren over wat we als leden van de onderneming en het bestuur verwachten. Wij zijn coöperatie met als doel ons product maximaal tot waarde te brengen en daar financieel zo veel mogelijk van te kunnen profiteren, nu en in de toekomst.

RFC heeft een omzet van ruim €10 miljard, of ongeveer €1 per geleverde liter melk. Daarvan gaat 30 cent als melkgeld naar de boeren, 65 cent zijn bedrijfskosten en die zijn stijgende en 3 à 4 cent is winst. De winst kan de komende jaren oplopen tot 5 à 6 cent van de omzet, €600 miljoen tot €700 miljoen winst moet binnen bereik liggen. Er ontstaat een onrechtvaardige, scheve verhouding. Het kan volgens mij anders worden georganiseerd, zodanig dat er meer geld naar de boeren gaat en dat daarbij financiering door de boeren mogelijk en aantrekkelijk blijft.

RFC naar de beurs? Geen sprake van

Vertrekkend directeur Kees Gielen deed onlangs enkele interessante uitspraken: “We moeten nog stappen maken om Danone en Unilever bij te benen. We zijn in verschillende landen nog niet actief. Nieuw-Zeelandse boeren investeren in Brazilië. De omzet gaat naar €20 miljard.” Dit lijken opportunistische stappen voorwaarts die gevaarlijk kunnen zijn. Gielen die richting Beursplein 5 gaat, denkt toch niet aan het naar de beurs gaan van RFC? Bestuurders met ForFarmers-ervaring willen toch niet dat model kopiëren? We hebben deze onzalige discussie al eens gehad in het tijdperk Olijslager. Ik verwacht niet dat Roelof Joosten testosteron-gedreven grootheidswaanzin heeft. Hij is meer de man van optimaliseren en door technisch goed te presteren de winst langzaam op te voeren. Maximale verwaarding van de melk.

Uitgangspunt: continuïteit en eigenaarschap van boeren

Laten we op zoek gaan naar een vorm waarbij wij als leden zorgen voor de financiering van de onderneming en dat de onderneming goed voor haar leden zorgt, het ledenbelang voorop. De nu gehanteerde argumenten staan dit in de weg. De vraag is niet hoe de directie de onderneming zo goedkoop mogelijk kan financieren. Uitgangspunt zou moeten zijn: continuïteit en eigenaarschap van de boeren, met al zijn verplichtingen. Bij een vergoeding van 6 procent is het voor elke boer interessant om bij te dragen aan de financiering van RFC, of je nu jong of oud bent.

Bestuur moet visie tonen

De discussie over oormerken van het afgelopen jaar was een misser. Het bestuur krijgt nu de kans om visie te tonen en te laten zien waar het voor staat, om werkelijk inhoud te geven aan de coöperatieve gedachte. Coöperatie zijn heeft een aantal vanzelfsprekendheden in zich, zoals het vergoeden van het door overmacht weg moeten laten lopen van de melk en het betalen van een fatsoenlijke vergoeding voor het geïnvesteerde kapitaal.

Een overzicht van alle melkprijzen vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin