RundveeOpinie

Korte tussenkalftijd: rendabel of maximaal?

Beperkte theoretische modellen rondom tussenkalftijd zijn weinig zinvol voor de praktijk, schrijft columnist Marja Kwekkeboom.

Het vakblad Veeteelt heeft een serie over vruchtbaarheid. Het eerste artikel gaat over tussenkalftijd (tkt). De kop meldt dat een kortere tkt wel € 27.000 oplevert. Dat blijkt het verschil te zijn van de twee uiterste uitkomsten van het model, een tussenkalftijd van 365 en 455 dagen. Niet realistisch helaas.

Het gemiddelde bedrijf bestaat niet

Een korte(re) tkt wordt door veel adviseurs geadviseerd. De redenering: meer piekproducties, meer melk en een hogere voerefficiëntie. Een logische denkrichting, maar het gemiddelde bedrijf met de gemiddelde veestapel met gemiddelde koeien ­bestaat niet. Aandacht voor tkt is interessant en nodig, maar met oog voor de praktijk, waar verschillen bestaan tussen productieniveaus, levensduur en gezondheid van koeien en tussen veehouders.

Korte tkt ‘bijna altijd interessant’

Veeteelt beschrijft het onderzoek van de Wageningse onderzoeker Henk Hogeveen. Het is een theoretische berekening op basis van een model. Een kortere tkt levert daar meer melk op, meer kalfjes en minder inseminatiekosten. Extra kosten zijn er rondom afkalven en er is risico op meer transitieproblemen. De conclusie: per saldo is een korte tkt bijna altijd interessant. Tja, ‘bijna altijd interessant’, dáár gaat het nu om. Wanneer is een korte tkt wél en wanneer níet zinvol, en wat wordt meegerekend?

[([002_rb-image-2693441.jpeg]:inzetgroot)]

Marja Kwekkeboom, melkveehouder in Middelburg (Zld.). Foto: Jan Willem Schouten

Praktijkgericht model

In de praktijk staan we dagelijks voor keuzes: wel of nog niet insemineren? Als een koe goed produceert, laat het dier dat dan vooral een poosje probleemloos blijven doen. Droogzetten bij een hoge melkgift is absoluut niet gewenst, en problemen rond afkalven gaan we niet opzoeken. Een zieke koe kost altijd te veel door productieverlies en veterinaire kosten. Vooral vraagt het extra werk en aandacht – niet in geld uit te drukken. Toch moet een economisch model daar ook rekening mee houden.

Economie is niet de hoogst mogelijke opbrengst. Het is breder: onder andere inkomen op korte én lange termijn, zo weinig mogelijk zieke koeien, een lange levensduur, werkplezier, dierenwelzijn, levensduur van de koeien én kostenbewustzijn. Dat hoort allemaal in een praktijkgericht model.

Nuanceringen

Gelukkig staan er nuanceringen in het artikel. Willem van Laarhoven van Valacon Dairy zegt dat problemen na afkalven en daardoor gedwongen afvoer meetellen. Op bedrijven met een persistente veestapel is een korte tkt dus niet per se nodig. Ander onderzoek laat zien dat de opfokkosten hoog zijn. Daardoor is lang blijven insemineren bij probleemkoeien rendabel. Wellicht had je evengoed later kunnen beginnen met insemineren, denk ik.

Hopelijk hebben rekenmodellen in de toekomst oog voor de praktijk, rekenen ze niet met te beperkte aannames en gegevens en zijn ze duidelijk over alle uitgangspunten. Dan kunnen ze helpen bij het maken van keuzes op uiteenlopende bedrijven.

Beheer
WP Admin