Supermarkten eten ons de kaas van het brood

Het weidemelklogo van Stichting Weidegang mag ook gebruikt worden voor buitenlandse weidemelk. Dat wilden de supermarkten graag. En dus gingen we akkoord.

Wat dom van de stichting, waarin naast het bedrijfsleven ook LTO en NMV zitten. En een gemiste kans. We schreeuwen van de daken dat Nederlandse boeren zich met onze producten moeten onderscheiden.

Veel voor weinig

Staatssecretaris Van Dam zei het vorige week nog: ‘geen toekomst voor veel voor weinig’. We moeten dus niet de massaproducten maken, die andere landen goedkoper kunnen produceren, maar ons specialiseren. Dat kan met weidemelk: een specialiteit van eigen bodem. Dat moet aanspreken en meer geld kunnen opbrengen.

Koning supermarkt

Maar wat doen we? We kruipen nederig achter koning supermarkt aan. Die wil zo goedkoop mogelijk inkopen. Ook weidemelk. Dus ook in andere landen, en dan met hetzelfde logo als Nederland heeft bedacht. En dat laten we toe. Daarmee is de plus op weidemelk in de markt in één keer weggeven.

Ook geen bescherming: Goudse kaas

Nogmaals, wat dom. De geschiedenis herhaalt zich. Vroeger was Goudse kaas een specifiek Nederlands product. We hebben het in Europa echter geen naam van oorsprong bescherming laten geven. We verkochten ook nog eens onze kaasfabrieken en kennis aan het buitenland en dus wordt overal Goudse kaas gemaakt. Vooral in Duitsland. Kijk maar in de supermarkt en ook als je op vakantie in het buitenland bent. Goudse kaas uit Duitsland is heel gewoon.

Feta, Parmezaanse kaas en Franse kaasjes

Andere landen deden dat beter. Zoals feta uit Griekenland en Parmezaanse kaas uit Italië. Vergeet ook de Franse kaasjes niet. Zij legden wel de naam van oorsprong vast. En om in eigen land te blijven: ook de Noord-Hollandse kaas, zoals Beemsterkaas, heeft het Europese predicaat van beschermde oorsprong.

Met weidemelk doen we dat dus niet. De supermarkt lacht in z’n vuistje. Ze hebben het weer geflikt. En wij hebben het merk weidemelk voor nul komma nul verkwanseld. Al per januari 2016.