Fokkerijtop met Jerseys

Ik zag veel goede dochtergroepen in Zwolle, maar het echte fokkerijsucces bekeek ik afgelopen week op een ‘onmogelijk bedrijf’ in Lelystad.

Natuurlijk waren er goede dochtergroepen op de NRM, Talentino misschien wel voorop. De harde, zware, rode koeien met beste uiers en benen van deze stier gaan in mijn ogen steeds meer lijken op Annet 3348, de beste

Kian-dochter, waarvan twee zonen een dochtergroep toonden. De Duitse Lonar liet ook zien wat hij kon: malse, laatrijpe kwaliteitsvaarzen die alle ingrediënten in zich hebben om door te groeien tot beste, harde, oude koeien. De Fidelity’s bekoorden eveneens, in overeenstemming met de geluiden die je van de boeren hoort die ze melken. Functionele werkkoeien die hun beste producties met hoog eiwit prima aankunnen, en daarnaast beschikken over spijkerhard beenwerk. De Norwins, Malando’s, Wonders en Seavers waren ook prima koeien.

Stukken beter in elk geval dan de Atlantics: wisselende, grove koeien met zware botten en een korte nek. Eenzelfde beeld toonde Cricket: te grote, lompe melkkoeien. Bookem: een wisselende groep matig bewegende vaarzen. Gofast, licht en rank op matige benen. Jeroens wisselende groep koeien kon me niet overtuigen.

Echt onder de indruk ben ik dus niet geweest. Het werd me duidelijker dan ooit dat een keuring vooral een sociaal gebeuren is; de mogelijkheid om in twee dagen veel andere liefhebbers te treffen.

Nee, wat mij betreft kwam het fokkerijhoogtepunt afgelopen week niet uit Zwolle, maar uit Lelystad. Samen met mijn stagiair Harm zag ik daar daags voor de NRM een bedrijf dat eigenlijk helemaal niet kán. Een niet-boer startte er een grondloos bedrijf met een niet-boerenzoon als bedrijfsleider. Aan de ene kant van de voergang lopen meer dan veertig Holsteins, er tegenover dertig zuivere Deense Jerseys. Ze voeren de dieren gescheiden met het Kempen-systeem: hooi en onbeperkt brok. De perfecte proefopstelling om te testen wat we allemaal al weten: de Jersey is efficiënter dan de Holstein.

De getallen die boven tafel komen overtreffen je stoutste dromen. De kleine, bruine, harde werkertjes – alle nog vaarzen die zo’n halve meter kleiner zijn dan de gemiddelde NRM-koe – melken de Holsteiners finaal onder tafel. Met krap 7.000 liter melk, krap 6 procent vet en 4,10 procent eiwit produceren zij 696 kilo vet en eiwit! De Holsteins – hoofdzakelijk vaarzen – produceren met dik 9.000 liter, 4 procent vet en 3,50 procent eiwit 8 kilo vet en eiwit minder.

De Holsteins vreten voor hun productie, naast structuurhooi, zo’n 20 kilo krachtvoer per dag. De Jerseys hebben aan 12 kilo genoeg! Een hogere productie met 40 procent minder voer.

Wil de Nederlandse boer ooit nog eens zo rationeel en economisch gaan boeren als hij claimt te doen, dan gaat hij bruintjes melken. En de NRM? Laten we daar vanaf nu maar een reünie of schuurfeest van maken, met een biertje in de hand de sociale contacten aanhalen. Wil de NRM nieuwswaarde houden, dan heeft ze over twee jaar ook een ring voor de Jersey-keuring. Dan kunnen we het aangename nog met het nuttige verenigen!