RundveeOpinie

Relatie levert geld op

Het is best vreemd dat veehouders bij maisteelt veel beslissingen overlaten aan de loonwerker.

Het blijft een magisch gewas: mais. Ongeacht het type groeiseizoen varieert de uiteindelijke opbrengst nauwelijks. De begingroei kan tegenvallen en de groei wordt ook wel eens fink geremd in een koude, natte zomer. Dan houdt iedereen even zijn hart vast, maar een week groeizaam weer en pats, hij heeft toch weer een ‘normale’ lengte en opbrengst. Een stabiele basis in het rantsoen. Geen wonder dat rundveehouders er gek op zijn. Zo gek zelfs, dat bijna niemand het aandurft bijeenkomsten te organiseren tussen 1 september en 15 oktober ‘want de koeienboeren zitten dan in de mais’.

Zo’n belangrijke teelt hoort toch veel aandacht te krijgen? Daar loopt ’t vaak spaak. Buiten mest uitrijden en zaaibedbereiding laten de meeste melkveehouders alles over aan de loonwerker. Rassenkeuze? Spuitmoment? Extra bemesting bij slechte opkomst? Oogstmoment en haksellengte? Veelal is het de loonwerker die de beslissingen neemt. Als dan de veehouder niet reclameert, verslapt de inzet van de loonwerker. Hoeveel dat kost? Dat kan zo maar 10 procent opbrengst zijn.

Gemak dient de mens en uitbesteden mag wat kosten, zeker ook omdat dat tijd vrijmaakt. Maar om gratis geld te laten liggen is ook zonde. Geen wonder dus dat BASF-topman Meerten Smit dit voorjaar opperde om het loonbedrijf een basisbedrag per hectare te betalen met een premie naar rato van de opbrengst. Dan snijdt het mes aan twee kanten: de loonwerker zet meer in op kennis en ziet dat beloond, terwijl de melkveehouder goedkoop extra tonnen mais heeft. Een andere optie is uitbesteden van de teelt aan naburige akkerbouwers. Ook dan benut je de kennis van een specialist. Dat vraagt wel meer aanpassingsvermogen van de veehouder dan een deal met de loonwerker. Hij moet dan immers investeren in een langdurige relatie en een stuk vrijheid afstaan. Dat past lang niet bij iedereen.

Beheer
WP Admin