RundveeOpinie

Schone grondstof

Aflatoxineproblemen zijn eenvoudig te voorkomen door korrelmais langer op te slaan.

En weer hadden we een aflatoxine-affaire. Die verliep volgens het bekende stramien: verwerking van besmette mais, constatering achteraf, voer retour en wat melk uit voorzorg de put in. Verbazend is dat er opnieuw niets in het voedselcircuit terechtkwam.

Dit keer betrof het voor diervoeding afgekeurde gebroken mais. Die was opgeslagen in big bags en werd ‘per ongeluk’ toch uitgeleverd aan een klein mengvoerbedrijf. De voerleverancier voerde een bemonstering op aflatoxine uit, mengde de gebroken mais in rundveevoer en leverde het direct uit. Uit de bemonstering bleek een te hoog gehalte en de recall startte.

Tussen bemonstering en uitslag zit bijna een week. Meestal is er geen reden tot actie. Daarom gaat het voer de deur uit voordat de uitslag bekend is. Dat snelle uitleveren is een heel zwak punt in de hele aflatoxineproblematiek, want dat komt bij elke recall terug.

Dat grote risico is makkelijk uit te sluiten. Verwerk mais (en andere riskante producten) niet eerder dan dat zeker is dat het probleemloos is. Dat betekent een week extra grondstofopslag op het mengvoerbedrijf. Juist in die opslag is afgelopen decennium gesneden. De toenmalige Cehave had op locatie Rijksweg Veghel een opslag van twee maanden en die zat regelmatig tot de rand vol. Nu is twee weken al veel, want opslag betekent rentekosten en wat kwaliteitsverlies.

Het invoeren van een opslageis voor potentieel ‘gevaarlijke’ producten kost enkele centen per 100 kilo mengvoer, dus enkele tientjes per melkveehouder per jaar. Dat is marginaal, zeker gezien het imagorisico. Want wat ook bij deze uitbraak weer opviel: NZO, NVWA, Trustfeed en GMP+ houden de kaken stijf op elkaar. Niemand communiceert actief dat er affaires optreden en afgehandeld worden. Zo groot is de angst voor exportgevolgen in de zuivel. Hoog tijd dus om de bron aan te pakken: grondstoffen pas verwerken als ze zeker schoon zijn.

Beheer
WP Admin