Jan Anne Roetman - Foto: Theo Brummelaar RundveeAchtergrond

Experimenteren met bodemverbeteraar bokashi

Jan Anne Roetman probeert slootafval beter te verwaarden met bokashi. Japans voor goed gefermenteerd organisch materiaal.

Pal achter de rivier de IJssel bevindt zich het melkveebedrijf van maatschap Roetman. Hier in Kampen is donderdag 15 september de tweede demodag van Gebiedscoöperatie IJsseldelta. Bedoeld voor lokale melkveehouders met als onderwerp: verbeter je bodem met bokashi. Roetman ging er vanuit het project kringlooplandbouw mee aan de slag. “Wij hebben nu ruim zes weken bokashi en slootafval in de kuil gehad. Ook wij zijn zeer benieuwd naar de resultaten”, zegt Jan Anne Roetman.

Wat is bokashi?

“Het is Japans voor goed gefermenteerd organisch materiaal. Concreet betekent het dat ik slootafval naar de kuil breng,het afval goed opschud en dat ik daar dingen aan toevoeg van leverancier Agriton. Dit gaat om microferm – een mengsel van actieve bacteriën, schimmels en gisten -, kleimineralen en zeeschelpenkalk. Daar betaal ik €10 per ton voor. Die toevoegingen rij ik uit over het slootafval waarna dit alles zuurstofafgesloten onder het plastic gaat. Daar blijft het minimaal zes weken. Vervolgens fermenteert het slootafval en wordt het door de bokashi omgezet in organisch materiaal.”

Wat zijn de voordelen hiervan?

“Een belangrijk voordeel is dat je een eigen kringloop creëert. Het slootafval is een restproduct van het bedrijf zelf waarvoor wij een ontvangst-, maar geen opruimplicht hebben. Het valt niet onder de mestwet. Het alternatief – compost aanvoeren – is weliswaar goedkoper dan bokashi, maar valt wél onder de mestwet. Ik creëer dus meer ruimte, maar verwacht de extra investering ook terug te verdienen doordat de bokashi een echte bodemverbeteraar zal zijn. Nu meng ik het slootafval nog met de vaste mest. Het nadeel daarvan is dat je veel stikstof verliest. Met bokashi is dat naar verwachting niet het geval. Al is de werkwijze arbeidsintensiever. Maar we moeten eerst afwachten wat de echte resultaten zullen zijn.”

Is er ook een nadeel?

“Ja, dat zit ‘m vooral in de hoeveelheid. Door de fermentatie is de kuil al flink geslonken. Zes weken geleden bestond de Bokashi-hoop uit 50 ton. Op dit moment is dat nog maar 30 ton. Het is natuurlijk een experiment, maar met 30 ton kun je in het gunstigste geval slechts 3 hectare doen. Die kleinschaligheid maakt het niet meteen voor iedereen interessant.”

Wat zou een oplossing kunnen zijn?

“Daar ligt een rol voor het waterschap. Als het organische materiaal zich als goede bodemverbeteraar bewijst, zou het waterschap zich daar ook sterk voor moeten maken. Dan denk ik aan een mooie overeenkomst met lokale boeren in de IJsseldelta. Nu gaat bijvoorbeeld een groot deel van het slootafval van het waterschap naar een soort groenrecycling. Daarnaast blijft op gemeentegrond ook veel van dit afval liggen. Dat is zonde. Het zou veel beter zijn als dit slootafval op een centraal punt verzameld wordt. Dan kunnen boeren er vervolgens bokashi maken. Zo blijft er minder afval rotten aan de slootkanten en wordt het nitraatgehalte in het water ook niet verhoogt. En de boeren hebben hun eigen kringloop en kunnen zo op veel meer hectares de bodem verbeteren.”

Beheer
WP Admin