<em>Foto: ANP</em> RundveeAchtergrond

Melkcrisis 2015/2016 doet zich wereldwijd voelen

De zuivelcrisis van 2015/2016 duurt al fors langer dan de crisis van 2009, maar een einde is nog niet in zicht. Met het voortduren ervan worden steeds meer barsten zichtbaar in de vrije Europese markt. Ook dreigt de EU weer in te grijpen. De crisis is echter wereldwijd en raakt ook landen als Nieuw-Zeeland. Daar is van ingrijpen geen sprake. De markt saneert met harde hand.

De zuivelcrisis van 2015/2016 duurt inmiddels langer dan die van 2009. Ook het niveau van de melkprijzen nadert dat van 2009 steeds meer, terwijl een einde aan de crisis nog niet in zicht is. De periode van lage prijzen lijkt nog wel aan te houden tot het einde van 2016, schatten banken, analisten en zuivelondernemingen in.

Vooral in Europa en Nieuw-Zeeland doen de lage melkprijzen pijn. De Nieuw-Zeelandse premier John Key sprak afgelopen maart al de verwachting uit dat de huidige periode van lage melkprijzen mogelijk aan een kwart van de melkveebedrijven in Nieuw Zeeland de kop kan kosten. In Europa worden dergelijke geluiden nog niet gehoord, maar ook daar waarschuwen boeren en politici voor het verdwijnen van melkveebedrijven en kaalslag op het platteland. In de Norddeutsche Rundschau stelt boerenvoorman Heiko Strüven wel dat 15% van de melkveebedrijven in Schleswig-Holstein dit jaar financieel gezien zouden moeten stoppen. In Frankrijk, het andere grote zuivelland in de EU, is de stemming ook somber. Maar niet alleen dat.

De woede van de boer

Frankrijk is eveneens het land waar boeren de straat op gaan om hun onvrede te uiten (en waar het geaccepteerd is om dat te doen). Bladen, zoals L’express, maken zelfs kolommen vrij voor rubrieken als ‘de woede van de boer’. In Noord-Duitsland gaan boeren ook de straat op, maar op kleinere schaal. In de rest van Europa is er relatief weinig protest, zeker in vergelijking met 2009. In Groot-Brittannië, waar de melkprijs ook slecht is, ondergaan de melkveehouders hun lot gelaten. Melkveehouders en hun organisaties houden de prijsontwikkeling scherp in de gaten, zo blijkt onder meer uit publicaties in hun vakbladen. Maar de straat op gaan is voor hen geen optie. De Britten zijn het gewend om weinig van de politiek te verwachten.

Duitse prijzen het laagst

Om aan te geven waar het over gaat: als wordt gesproken over lage melkprijzen, volgen hier een aantal voorbeelden. In Noord-Duitsland betalen Coöperatie DMK en particuliere verwerker Rücker in de maand mei achtereenvolgens 21,8 en 19,5 cent per liter. Bij de kleine verwerker Wiegert in Nordrhein-Westfalen ontvangt een groep boeren zonder vast contract de spotmelkprijs, die slechts 15 cent per liter bedraagt, zo noteert het Wochenblad für Landwirtschaft und Landleben. In Frankrijk ontvangen boeren nog altijd zo’n 28 cent of meer. Toch voelt dit voor veel kleine Franse boeren ook al als crisis. Bedrijven zijn kleiner en er is niet altijd een betaalde nevenactiviteit.

Buiten EU nog lager

Toch liggen de prijzen in Europa gemiddeld nog altijd behoorlijk hoger dan in bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland, zo blijkt uit de prijzen die lokale verwerkers publiceren. De maandelijkse prijsvergelijking van LTO bevestigt dat. Over het voorbije jaar hebben de leden van Fonterra slechts zo’n 20 cent per kilo ontvangen, terwijl de melkprijs over februari nog lager uitpakte.

In de Verenigde Staten blijven de prijzen daarentegen nog altijd goed. Daar is gedurende het afgelopen jaar zo’n 35 cent per kilo gebeurd, terwijl ook in de eerste maanden van 2016 nog een kleine 32 cent werd gebeurd. De melkcrisis is vooral een crisis van Europa, Oceanië en de wereldmarkt. Diverse andere productieregio’s hebben er geen of slechts weinig last van, maar die zijn dan ook niet of in beperkte mate actief op exportmarkten.

De reactie

De lage prijzen zorgen voor allerlei soorten reacties. In Frankrijk zoekt de landbouw een oplossing in een sterkere afscherming van de eigen markt en het bevoordelen van Frans product. Binnen de eigen markt proberen bedrijven zich bovendien extra te onderscheiden door regionale specialiteiten te maken. Daarmee hopen ze – bij alle protectie voor het eigen, nationale product – ook meer buitenlandse afzetmogelijkheden te creëren. In mindere mate is dit fenomeen zichtbaar op de Duitse en Britse markt. In Italië neemt de overheid het eigen product ook steeds meer in bescherming, maar hier ligt de situatie lastiger. Italië is en blijft nog altijd een netto importeur van zuivel, omdat de zelfvoorzieningsgraad beperkt is.

Afscherming van de eigen markt helpt deels, maar dupeert anderzijds ook weer de melkveehouderij en zuivel in een aantal exporterende landen. Zo kan Frans voedselnationalisme bedreigend zijn voor de Ierse en Nederlandse zuivelsector. Het kan anderzijds ook innovatie belemmeren in een land dat sterk leunt op enkel product van eigen bodem.

Geen krimp van melkveestapel

Van inkrimping van de melkveestapel lijkt tot nog toe weinig sprake. Uit gegevens van het Europese Melkmarkt Observatorium (MMO) blijkt een nog altijd sterke groei van de melkproductie. Probleem met deze gegevens is wel dat Europa met twee tot drie maanden vertraging rapporteert over de melkproductie. Echter, ook uit andere bron wordt duidelijk dat van een echt lagere melkproductie nog weinig sprake is. Wel is er met de overgang naar een weiderantsoen in West-Europa een licht beperkte aanvoer zichtbaar.

De pijn van de huidige zuivelcrisis wordt opgevangen via de portemonnee van de melkveehouders (zij ontvangen lage prijzen en verkeren toenemend in geldnood) en wordt verzacht door onder meer interventie-opkopen door de Europese Commissie. Momenteel zit al ruim 240.000 ton magere melkpoeder in interventie, wat de Europese Commissie al meer dan €400 miljoen heeft gekost. Dit is geen weggegooid geld, want op termijn komt het product weer op de markt, waar het meestal met winst wordt verkocht. De Europese Commissie werkt dus niet als suikeroom, maar eerder als instantie die zich garant stelt voor de uitbetaling van een minimumvergoeding aan de melkveehouders en hun gezinnen.

Franse hulp

Frankrijk probeert met name de duur van de crisis te verkorten en andere EU-lidstaten te bewegen mee te gaan met het voorstel voor een vrijwillige productiebeperking in de melkveehouderij. Het land krijgt daarbij echter nog weinig steun. Landen als Nederland, Groot-Brittannië, Denemarken, Zweden en tot voor kort ook Ierland moeten daar weinig van hebben. Ook Duitsland bevindt zich in dit kamp. Aan de Duitse positie wordt echter hard getrokken. Vorige week vond een geheime Frans-Duitse landbouwtop plaats in Parijs, waarbij Frankrijk hard zijn best deed om de Duitsers tot andere gedachten te brengen. Duitse landbouworganisaties zouden het niet betreuren, maar onder meer de Duitse zuivelreus DMK wil er niets van weten. Die wil, net als andere zuivelreuzen, liever een ruimere interventie. Dat helpt volgens hen de markt beter vooruit.

Bij melkveehouders is de stemming dus anders. Zelfs de de Ierse boerenbond, de laatste jaren altijd voorstander van liberalisering, blijkt opeens te porren voor vrijwillige productiebeperking. Gaat de melkveehouderij dan toch weer iets in bescherming worden genomen tegen de markt?


Lees meer over de ontwikkelingen op de zuivelmarkt.

Vloedgolf melk laat prijs wereldwijd vallen

De dalende melkprijs treft melkveehouders over de hele wereld. Vergeleken met een jaar geleden beuren de boeren nu globaal 0 tot 25% minder voor een liter melk. Met name in Nieuw-Zeeland, Australië en India worden boeren getroffen door een forse prijsdaling.  Dit neemt niet weg dat de melk elders ook veel minder oplevert. Bovendien zijn de verschillen tussen boeren erg groot. Zo zijn de onderlinge prijsverschillen in het Verenigd Koninkrijk en Brazilië vaak nog groter dan de prijsdalingen ten opzichte van vorig jaar.

De prijsdaling op de wereldmarkt is het gevolg van een sterke opmars in de zuivelproductie. Met name in de Europese Unie is de melkproductie flink gestegen na de opheffing van de zuivelquotering. De Brusselse landbouwdienst van de Europese Commissie DG Agri raamt de melkprijs over april in de 28 lidstaten in de Europese Unie op €27,62 per 100 kilo. Daarmee levert de melk 11,6% minder op dan in april 2015. Nederland is met een prijsdaling van ruim 17% in een jaar tijd een van de landen met de grootste prijsdaling in de Europese Unie. Alleen in Tsjechië, Litouwen en Ierland is de prijsval nog groter. In Ierland krijgen de boeren bijna 27,5% minder voor hun melk dan een jaar geleden. Finland is het enige land in de EU waar de melkprijs nog in de benen blijft. Ten opzichte van vorig jaar ligt daar de melkprijs met zo’n €37,62 per 100 kilo zelfs €1 hoger dan in april 2015.


Wereldwijde zuivelproductie in opmars
De wereldwijde zuivelproductie is sterk in opmars. In de Europese Unie was de zuivelproductie in het eerste kwartaal van dit jaar 7,1% groter dan een jaar geleden. De melkveehouders in de VS molken in de eerste drie maanden van 2016 2,1% meer en in Nieuw-Zeeland lag de productie 0,6% hoger.

De vraag naar zuivelproducten kan deze groei niet bijbenen en daardoor is sprake van enorme prijsdruk. Alleen in Rusland en China lijken de prijzen in lokale valuta zich nog redelijk te handhaven op het niveau van vorig jaar. Een devaluatie van de Russische roebel zorgt er echter voor dat deze prijzen omgerekend in andere valuta als euro en dollar wel lager zijn. Daarnaast zijn er bijzonder grote prijsverschillen binnen de grenzen van een natie. Het Britse weekblad Farmers Weekly signaleerde in het Verenigd Koninkrijk over de maand januari prijsverschillen van 40% en meer. Poolprijzen van supermarkten lagen begin dit jaar op omgerekend meer dan 40 cent per liter. Aan de andere kant waren er ook melkveehouders die genoegen moesten nemen met 24 cent per liter of zelfs minder.

Ook in Brazilië zijn de prijsverschillen opmerkelijk groot. Voor de betere kwaliteit melk wordt omgerekend zo’n 30 cent per liter betaald, maar een grote groep boeren in bijvoorbeeld de deelstaat Santa Catarina ziet op zijn melkafrekening slechts een prijs van 18 cent per kilo.

Melkprijsaanpassing Murray Goulburn
Een complete schok onder de boeren veroorzaakte de melkprijsaanpassing van de grootste zuivelaar in Australië. Murray Goulburn verlaagde zijn melkprijs eind april onverwachts met ruim 10 tot 15% naar omgerekend 24 tot 25 cent per liter, vanwege nadelige wisselkoerseffecten, een slinkende melkpoederverkoop aan China en een lagere waardering van de voorraden. De prijsdaling volgde al na een verlaagde prijsprognose in februari. De zware tegenvaller leidde tot het aftreden van de baas en de financiële man van het concern.

door John Ramaker

Beheer
WP Admin