Kalveren in een contractstal van handelaar Arie-Jan Van Dam. De grotere spelers in de bedrijfstak hebben prima jaren achter de rug. <br /><em>Foto: Michel Velderman</em> RundveeAchtergrond

Na prima jaren meer zorgen over kalfsvlees

De grote spelers in de vleeskalverhouderij hebben goed geboerd in 2014 en 2015. Maar er lijkt een verslechtering op komst door overaanbod.

De vleeskalverhouderij krijgt het de komende jaren steeds zwaarder, zo waarschuwde de branche zelf in de voorbije jaren. Reden: de bedrijfstak moet het vanaf 2015 doen met steeds minder Europese steun en komt daarbij ook nog steeds meer op achterstand bij de Europese concurrentie. Die wordt namelijk minder hard getroffen, en in sommige gevallen zelfs juist meer gesteund.

Toch doet de Nederlandse vleeskalversector het lang niet slecht. Vooraf worden donkere wolken gezien, achteraf blijken de praktijkresultaten steeds mee te vallen. De afgelopen jaren is de leegstand van stallen weliswaar toegenomen, en is ook de afzetmarkt voor kalfsvlees onder druk komen te staan, maar de resultaten blijven goed. Voor zover dat tenminste zichtbaar is. De dominante spelers in de sector, de integraties Van Drie en Denkavit, hebben namelijk de gewoonte om hun jaarcijfers met een jaar vertraging te deponeren. Veel van de kleinere spelers doen dat ook, of deponeren hooguit een paar basale cijfers.

Alleen Paridaans & Libregts publiceert tegenwoordig gewoon na afsluiting van de boeken.

Beste jaar ooit

Na een aantal moeizamere jaren heeft de kalfsvleessector in 2013 en 2014 behoorlijk goed gedraaid, zeker op het niveau van de integraties en contractgevers. Het jaar 2014 was voor de VanDrie Group zelfs een van de beste jaren ooit. Bij een omzet van bijna €2,2 miljard werd een netto winst geboekt van ruim €92 miljoen en een bedrijfsresultaat van ruim €121 miljoen. Ook Denkavit Internationaal deed het prima. Bij een omzet van ruim €630 miljoen werd een winst van €24 miljoen geboekt. Paridaans & Libregts, dat geen 100% vleeskalverbedrijf is, bleef qua winstmarge iets achter, maar behaalde ook mooie resultaten. En bleef dat ook in 2015 doen. Dit doet vermoeden dat ook de VanDrie Group en Denkavit het niet veel anders hebben gedaan. Misschien zijn iets minder mooie resultaten geboekt dan in 2014, maar ook bij hen zal 2015 geen slecht jaar zijn geweest.

Middelgrote spelers, zoals handelaar en contractgever Arie-Jan van Dam, doen het ondertussen ook niet slecht. Er is nog altijd voldoende ruimte in de markt voor ondernemende handelaren. De grote integraties laten ook ruimte voor hen, omdat ze helpen om het marktrisico te spreiden.

Verwerking van kalfsvlees.
Foto: Herbert Wiggerman

 

Gegrom over nieuwe slachterijen

Minder gelukkig zijn de integraties met de komst van nieuwe slachterijen. In 2011 werd de oprichting van BKC International met gegrom begroet door de gevestigde bedrijven. Het bedrijf hield het echter niet lang vol. In augustus 2014 werd het faillissement uitgesproken. Het had in de vier jaar van z’n bestaan eerst in Duitsland (Legden), daarna in Nijmegen en ten slotte in Dodewaard laten slachten. Een poging tot doorstart door een mededirecteur in Someren mislukte.
Toch blijft het idee van een eigen slachterij aantrekkelijk. Naar verluidt zijn momenteel zelfs twee partijen bezig met een eigen aanvoerketen plus slachterij. De grote partijen vragen zich af of zoiets ook serieus kans van slagen kan hebben. Voeren en slachten van kalveren is één ding, maar het succesvol verkopen van het kalfsvlees (of beter gezegd: van het hele kalf) is werk voor specialisten met een uitgebreid verkoopnetwerk.

Op kleine schaal worden overigens ook nog steeds vleeskalveren geslacht in slachthuis Amsterdam, al is de vraag voor hoe lang nog. Het slachthuis daar is oud en moet ergens in de nabije toekomst verhuizen.

Contractgevers genoeg

Of de vleeskalverhouderij beter wordt van meer slachterijen erbij, is de vraag. Eigenlijk is er al keuze genoeg. Er zijn tientallen contractgevers actief. Ook dienen zich regelmatig nieuwe contractgevers aan (al verdwijnen er ook, zoals Van den Bor).

Uit de gegevens van het LEI (Landbouw Economisch Instituut) blijkt bovendien dat de kalverhouders het redelijk goed doen, zowel in de blankvlees- als in de rosé-productie. Net als voor VanDrie, was 2014 ook voor de kalverhouders een goed jaar qua inkomen. In 2015 ging het iets minder, maar de vleeskalverhouders blijven qua inkomen nog altijd goed in de plus.

Voor 2016 zijn de vooruitzichten minder goed. Er zijn meer kalveren opgezet dan gewoonlijk en dat op een minder gewenst tijdstip. Daardoor moeten meer dieren worden geslacht en verkocht op een ongunstiger tijdstip in het jaar (want midden in de zomer), en het gaat iets minder met de economie wereldwijd. Veel importerende landen zitten krapper bij kas. Mogelijk dat opening van nieuwe markten, zoals de Verenigde Staten, de sector wat lucht kan geven. Zo niet, dan komen de sombere voorspellingen ditmaal mogelijk wel uit.

Beheer
WP Admin