RundveeAchtergrond

GES introduceert fokwaarde voeropname

Genetische Evaluatie Stieren (GES) introduceert bij de indexdraai van 6 april de nieuwe fokwaarde voeropname. Deze wordt uitgedrukt in kilo droge stof per dag.

Een fokwaarde +1,25 betekent dat de nakomelingen van deze stier 1,25 kilo meer droge stof opnemen. De erfelijkheidsgraad van voeropname is 18% tot 24%. De variatie in voeropname wordt veroorzaakt door verschil in productie, onderhoud en efficiëntie.

Opbouw berekening fokwaarde

Er zijn 3 bronnen die benut zijn voor de berekening van de fokwaarde van voeropname. De belangrijkste basis voor de fokwaarde is gebruik van indicatoren voor voeropname. Dat zijn melkproductie, vet en eiwitproductie en lichaamsgewicht. De tweede bron die benut wordt voor de fokwaarde is de genetische aanleg bepaald uit genomics. Als laatste is er ook nog beperkt dochterinformatie beschikbaar van 3.000 koeien die ooit in veevoedingsonderzoek hebben meegedraaid.

Indicatoren en genomics

De fokwaarde heeft een betrouwbaarheid van ongeveer 55%. Zo’n 50% daarvan komt uit de indicatoren, de laatste 5% betrouwbaarheid komt uit genomics. De bijdrage van dochterinformatie is nagenoeg nihil, maar voor een enkele stier, die toevallig dochters in veevoedingsproeven heeft gehad, kan dat toch 4% a 5% extra betrouwbaarheid geven.

De voeropname is sterk gecorreleerd aan melkproductie. Wie zwaar op melkproductie heeft geselecteerd zal gemiddeld ook koeien hebben die veel vreten. Of dat ook efficiënt is, moet nog blijken.

Rasverschillen

Zo zijn er ook rasverschillen. Jersey’s geven minder melk met minder kilo’s eiwit dan Holstein, maar ze vreten ook minder. De efficiëntie van deze dieren per kilo droge stof kan dus wel hoger liggen. Hoe dat uitpakt in Inet moet nog blijken. GES zal pas volgend jaar, in overleg met de foktechnische commissie, aan voeropname een weging toekennen in Inet en de fokwaarde krijgt ook dan pas invloed op de NVI, de totaalindex waarop stieren veelal worden gerangschikt.

Beheer
WP Admin