<em>Foto's: Peter Roek</em> RundveeAchtergrond

Beweiding past goed bij groeiend robotbedrijf

Al zolang ze in Zeeland melkvee houden, gaan bij vof Van Wezel de koeien naar buiten. Ook nu het bedrijf groeit en inmiddels vier robots aan het werk zijn. Het kan economisch uit en is goed in te passen in de bedrijfsvoering.

Op deze koude dag in december zijn de weilanden in de Zeeuwse polders leeg. Over een paar maanden is het waarschijnlijk een ander beeld: op het melkveebedrijf van Marco van Wezel en zijn ouders gaan de koeien namelijk een groot deel van de dag naar buiten. Dat is op zich niet bijzonder, maar wel voor een ­bedrijf dat richting 250 koeien gaat en met vier melkrobots melkt.

Beweiding is hier geen nieuw fenomeen. Toen Kees en Paula van ­Wezel twintig jaar geleden vanuit Brabant naar Zeeland kwamen, gingen de koeien vanaf dag één naar buiten. Ook toen al werden de koeien met een robot gemolken. “Dat was nog in een tijd dat beweiding standaard was”, aldus Marco van Wezel. Ondanks dat de eerste melkrobots minder geavanceerd waren als de moderne, had het exemplaar al selectiemogelijkheden. Dat maakte weidegang goed te combineren.

Beweiding

Verder maakt de situering van de stallen en huiskavel weidegang mogelijk: het bedrijf telt een huiskavel van 60 hectare en de bedrijfsgebouwen staan in het midden van het grasareaal. Een nadeel is de kleigrond waarop de kans op schade door vertrapping groter is dan op zand. “Daar moeten we rekening mee houden”, vertelt Kees van Wezel. Ook heeft hij de indruk dat de opname van besmeurd gras minder hoog is dan van gras op zand waar een bui op gevallen is.

Beweiding heeft volgens de ondernemers voldoende voordelen om er nog steeds mee door te gaan. Voor de gezondheid van de koeien is het goed, de weidepremie levert geld op en maatschappelijk is het krediet van de burgers meegenomen. Dat laatste telt het minste zwaar. “We moeten er zelf beter van worden. Maar een goed imago voor de sector is een voordeel.”



Marco van Wezel streeft ernaar het maximale uit de eigen productiemiddelen te halen. In 2015 realiseerde hij een koesaldo van €24,82 per 100 kilo melk.

Risico’s voorkomen

Bij het ontwerp van de nieuwe stal was de weidegang in combinatie met melkrobots een belangrijk vertrekpunt. Twee belangrijke aspecten daarbij zijn routing en selectie (beweidingsbox) en voldoende overcapaciteit bij de robots. “Dat heb je echt nodig om goed te kunnen beweiden.” De robots zijn nu voorin de stal geplaatst. Dat paste beter bij het totaalontwerp, maar voor alleen de weidegang was beter een plaats achter in de stal: hoe dichter bij de deuren naar buiten, hoe beter.

In de stal staan twee groepen koeien: de vaarzen en tweedekalfskoeien in één groep, en de oudere koeien. Elke groep heeft drie percelen ter beschikking waarvan er één is 
of wordt gemaaid. Van Wezel past hiervoor roterend standweiden toe en later in het jaar ­gewoon standweiden. Hij gaat uit van een drogestofopname van twee tot vier kilo droge stof uit weidegras, afhankelijk van het tijdstip in het jaar. “Het weiden staat bij ons in dienst van het maaien, niet andersom.” Dat is een belangrijk uitgangspunt omdat Van Wezel streeft naar een maximale melkproductie. Met circa 11.000 kilo per koe slaagt hij daar goed in.

€22.000 extra melkgeld levert beweiding op en €2.561 koesaldo realiseerde Van Wezel in 2015.

De melkveehouder wil risico’s door verschillen in voeropname en -kwaliteit voorkomen. Daarom is de huidige hoeveelheid beweiding voor deze ondernemers voldoende. “Sommigen zullen dit te weinig beweiding vinden. Maar als we meer moeten gaan beweiden, dan past het niet meer en zullen we overwegen ermee te stoppen.” Daarvoor vinden ze bij de huidige productie de afhankelijkheid van de kwaliteit van het weidegras te groot.

Extra melkgeld

Zoals gezegd is het uitgangspunt van beweiding dat de ondernemers er zelf beter van worden. De premie van zijn melkfabriek is €1 per 100 kilo melk. Dat leverde Van Wezel vorig jaar ongeveer €22.000 extra melkgeld op. “Het lijkt niet veel en er wordt soms wat lacherig over gedaan. Maar het is voor ons bedrijf veel geld.” Zeker in tijden van lage melkprijzen is de melkpremie een welkome aanvulling op het inkomen. Omdat de beweiding zo in het systeem zit, hoeven ze er gevoelsmatig ook niet veel bijzonders voor te doen.

Tegenover de meeropbrengst in melkgeld staan wel extra investeringen in arbeid. Toch kost de huidige manier van beweiding de ondernemers niet veel extra werk; Marco van Wezel schat gemiddeld twee uur per week extra tijd kwijt te zijn aan met name draden in de weilanden verzetten. De stroomdraden aan de buitenkant van het huisperceel zijn vast, de draden ertussen zijn allemaal flexibel. In het voorjaar is hij een aantal dagen druk met de omheining nalopen en waar nodig te repareren. Koeien ophalen is niet nodig, want ze komen toch wel binnen.

Met de bouw van de nieuwe ligboxenstal kunnen Marco van Wezel en zijn ouders verder doorgroeien richting 280 melk- en kalfskoeien. De koeien worden op dit bedrijf gemolken met melkrobots; in de nieuwe stal staan er vier. In de zomer gaan de koeien een groot deel van de dag naar buiten.

Met de bouw van de nieuwe ligboxenstal kunnen Marco van Wezel en zijn ouders verder doorgroeien richting 280 melk- en kalfskoeien. De koeien worden op dit bedrijf gemolken met melkrobots; in de nieuwe stal staan er vier. In de zomer gaan de koeien een groot deel van de dag naar buiten.

 

Beweiding kost niet alleen arbeid; hij ziet ook een voordeel: het opstrooien van de boxen gaat een stuk sneller en gemakkelijker zonder koeien in de stal. Ook ziet de melkveehouder een indirect voordeel: er is een lagere infectiedruk omdat de koeien buiten zijn, wat resulteert in gezonde koeien en daardoor weinig behandelingen.

Meer naar buiten

De Zeeuwse melkveehouders hebben de ambitie om de komende jaren verder te groeien. De nieuwe stal biedt plaats aan 250 koeien. De droge koeien en het jongvee staan in de oude koeienstal. Het streven is om tot 280 melk- en kalfskoeien te komen. Ze gaan ervan uit dat beweiding een vast onderdeel blijft van het bedrijf. Daarbij blijven ze zoeken naar optimalisatie voor beweiding tegen een zo laag mogelijke arbeidsinzet en bij de beste technische resultaten.

Een paar verbeteringen voor de komende jaren weet Van Wezel wel te noemen. De beweidingsbox is nodig en bevalt prima. Maar de box is wat onoverzichtelijk of krap, waardoor de koeien er niet altijd gemakkelijk doorheen gaan. “Ik denk er wel eens over na om hem zelf een stukje langer te maken. Dan zou het net wat vlotter gaan.”

Marco en zijn vader Kees van Wezel.

Marco en zijn vader Kees van Wezel.

 

Tijdsduur van beweiding

Een ander verbeterpunt zit in de tijdsduur van beweiding. De koeien kunnen 18 uur per dag in de wei als ze willen, maar te veel koeien blijven overdag lang binnen staan. “Ik wil ze overdag meer in de wei, dat is ook goed voor het maatschappelijke aspect.” Met onder andere voertijden en het smakelijk maken van het gras is geprobeerd de koeien meer naar buiten te verleiden. Dat had nog niet het gewenste effect, dus dat vraagt verder denkwerk.

De komende jaren blijft ook het streven van deze ondernemers om het maximale te halen uit de productiemiddelen. “Elke koeplaats telt, dus moeten we daar het maximale uithalen.” In 2015 realiseerde Van Wezel een koesaldo van € 2.561 per koe of € 24,82 per 100 kilo melk. “Eigenlijk zouden we voor 100% maaien moeten gaan.” Beweiding is immers concessies doen, maar met goed management slagen ze erin de even­tuele nadelen te voorkomen. Dat blijkt de ­afgelopen jaren ook uit de technische resultaten en het behaalde BEX-voordeel van 30%. “En die euro per kilo is zeker een mooie trigger om het ook de komende jaren te blijven doen.”

Lees meer over melkrobots op boerderij.nl/melkrobots.

Beheer
WP Admin