Foto: ANP RundveeAchtergrond

Ruimte moet komen van stoppers

Het sectorplan voor fosfaatreductie in 2017 ligt op tafel. Hoewel er nog geen definitief akkoord is over het reductieplan voor de zuivelsector, zijn de details nu bekend.

Het plan dwingt iedere melkveehouder om een deel van zijn veestapel af te voeren, maar biedt ook ruimte voor bedrijven die willen groeien of voor bedrijven die na de referentiedatum van 2 juli 2015 zijn begonnen met melken.

Voorop staat dat elke koe die een boer moet afvoeren vanwege het fosfaatplafond gevoelsmatig een dier te veel is. Het kost boeren geld, dat is helder. In totaal moeten er 160.000 koeien worden afgevoerd. De stoppersregeling moet grofweg 60.000 dieren opleveren, het reductieplan van de zuivelsector circa 100.000 dieren.

Schema opgesteld door zuivelsector

Ondanks deze doelstelling hebben bestuurders in het reductieplan toch ruimte weten te creëren voor bedrijven die sinds 2 juli 2015 gegroeid zijn en deze groei willen vasthouden, of voor bedrijven die pas na 2 juli 2015 zijn begonnen met melken. De organisatie voor jonge boeren, NAJK, heeft hier hard voor gepleit, en mooi gescoord. Het moet jonge ondernemers ruimte geven om hun bedrijf te ontwikkelen.

De zuivelsector heeft een schema opgesteld voor het reduceren van de veestapel. In de eerste periode van 2 maanden (naar verwachting vanaf 1 maart) moet 5% van de veestapel worden afgevoerd door bedrijven die sinds 2 juli 2015 zijn gegroeid (grondgebonden) of meer koeien hebben dan op 2 juli 2015 minus 4% (niet-grondgebonden bedrijven). Alle groei sinds 1 oktober 2016 moet sowieso worden teruggedraaid. Daarmee wordt anticipatie op het uitstel van de fosfaatrechten direct bestraft.

Exacte reductiedoelstelling later vastgesteld

Volgens het reductieplan moet in de tweede periode van 2 maanden 10% van de veestapel worden afgevoerd, in de derde periode naar verwachting 20%. De exacte reductiedoelstelling voor de derde periode wordt later vastgesteld, omdat daarbij ook rekening wordt gehouden met het effect van de stoppersregeling. Bedrijven die eerder hun totale reductiedoel bereiken – terug naar niveau 2 juli 2015 (-4% voor niet-grondgebonden) – zijn klaar en hoeven niet verder te korten.

Een hogere korting dan de verwachte 20% van de derde ronde is er voor bedrijven die het aangegeven reductietempo aanhouden niet. Bedrijven die langzamer krimpen, wacht nog een vierde reductieronde met 40% van de veestapel.

Veel verwachting van stoppers

Stoppers, dat is een van de groepen waar de bestuurders veel verwachting van hebben. Deze stoppers moeten niet alleen zorgen dat de fosfaatproductie snel onder het sectorplafond van 84,9 miljoen kilo komt, maar het moet ook ruimte bieden aan bedrijven die willen ontwikkelen.

Een deel van deze ruimte moet ook gecreëerd worden door bedrijven die meer vee afstoten dat ze eigenlijk zouden moeten. Melkveebedrijven die tussen de 10 en 4% onder hun veebestand van 2 juli 2015 gaan zitten, krijgen een bonus van € 60 per GVE per maand, oplopend naar € 200 per GVE per maand. Deze regeling zal wellicht een klein beetje lucht geven, maar met een aantrekkende melkprijs en een dalende prijs voor de koeien, zal de belangstelling beperkt zijn. Kortom: de ruimte moet komen van de stoppers.

Beheer
WP Admin