Staatssecretaris Martijn van Dam - Foto: ANP RundveeAchtergrond

Oordeel EU-Commissie valt rauw op dak Van Dam

Staatssecretaris Martijn van Dam brengt een grote wijziging aan in het wetsvoorstel fosfaatrechten voor de melkveehouderij. Omdat Brussel oordeelt dat het wetsvoorstel niet voldoet aan de eisen voor staatssteun, wordt de wet een jaar later ingevoerd.

Dit interview is geüpdatet op 13 oktober om 18:42 uur.

De Europese Commissie gaat niet akkoord. Waarom heeft u de wet niet eerder voorgelegd aan Brussel?

“De opstelling van de Commissie heeft ons ook verrast. Het wetsvoorstel is vrijwel identiek aan de invoering van varkens- en pluimveerechten. We weten dat er rekening moet worden gehouden met de regels van staatssteun. Je hebt geoorloofde en ongeoorloofde staatssteun. Het is rauw op ons dak gekomen, dat de volgorde van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel waarbij we eerst rechten toekennen, dan verhandelbaar maken en dan afromen, volgens de Commissie in strijd is met de staatssteunregels.”

Wat betekent dit?

“Als je geen goedkeuring krijgt en je voert het toch in, dan kan je door de Commissie worden gedwongen om alle voordelen bij melkveehouders terug te vorderen. Dat gaat miljoenen, of zelfs miljarden kosten. We zien ons genoodzaakt om het wetsvoorstel aan te passen en de volgorde van invoering, verhandelbaar maken en afroming aan te passen, om dat bezwaar van de Commissie weg te nemen. Verder verandert er inhoudelijk niets aan het wetsvoorstel. Het stelsel blijft intact. Zaken als het ontzien van grondgebondenheid speelt nog op dezelfde manier.”

Voldoet de wet hiermee wel aan de eisen van Brussel?

“We hebben intensief overleg met Brussel over het wegnemen van het bezwaar. Formeel wordt een wet pas door de Commissie beoordeeld als het definitief wordt genotificeerd.”

Wat betekent dit voor de derogatie?

“Het blijft zo dat we door de invoering van de wet pas in 2018 onder het fosfaatproductieplafond komen. Dat zou bij de oorspronkelijke wet ook zo zijn. Maar in het kader van de derogatie is de Europese Commissie zeer kritisch over het feit dat we tot nu toe drie van de vier jaar de afspraken voor derogatie overtreden, omdat we in 2017 nog niet ingrijpen. Recent kwam het bericht dat de melkveestapel weer is gegroeid, terwijl duidelijk is dat we de fosfaatproductie moeten terugbrengen. Dit maakt het risico steeds groter dat we derogatie verliezen.”

Wat moet er gebeuren?

“We zullen aan de Commissie moeten laten zien dat het ons menens is. Dat kan alleen als we in 2017 de fosfaatproductie naar beneden brengen. Ik heb met de sector overleg om alles op alles te zetten om in 2017 de fosfaatproductie te verlagen, om überhaupt in gesprek te kunnen zijn over derogatie na 2018. Het is alle hens aan denk. Ik zal de mogelijkheden die ik heb hiervoor inzetten.”

Welke mogelijkheden heeft u?

“Een van de weinige mogelijkheden die ik heb is budgettair. We kunnen de €23 miljoen aan crisisbudget vanuit de EU inzetten om de fosfaatproductie te verlagen. Het feit dat er boeren zijn die nog steeds groeien, getuigt niet echt van solidariteit naar hun collega’s die derogatie heel hard nodig hebben.”

Bekijk ook de reacties van de sector en de Tweede Kamerleden.

Is koeien opkopen met de €23 miljoen een optie?

“Daar kan ik niet op vooruitlopen. We kijken hoe we het geld het meest effectief en op de meest verstandige manier kunnen inzetten.”

Kunt u via de wet grondgebonden groei melkveehouderij nog zorgen dat de veestapel krimpt?

“Het doel van deze wet is niet het laten krimpen van de veestapel, het geeft ook niet de instrumenten daarvoor. Eigendom reguleren moet je op een zorgvuldige manier doen, vanwege het verdrag van de rechten van de mens. Daarom konden we in het oorspronkelijke wetsvoorstel ook pas in 2018 daling van fosfaatproductie afdwingen via de wet. Daar verandert de wijziging niets aan. Ook in het huidige voorstel konden we in 2017 geen verdere krimp realiseren, omdat we dat juridisch niet konden. De krimp die in 2017 van ons wordt verwacht, zal op een andere manier tot stand moeten komen. We zullen als overheid en sector gezamenlijk moeten optrekken, voor het gezamenlijke belang: behoud van derogatie.”

Heeft u vertrouwen in het binnenhalen van een nieuwe derogatie?

“Onze belangrijkste uitdaging nu is om te voldoen aan de afspraken die we voor de huidige derogatie hebben gemaakt, over het niet overschrijden van het fosfaatplafond. Ik ben ervan overtuigd dat we een heel goed verhaal hebben voor een nieuwe derogatie, omdat we aan alle kanten kunnen aantonen dat het ook goed is voor de milieudoelen die de Europese Commissie stelt. Maar men zal altijd kritisch zijn over dat we nu het fosfaatplafond overschrijden. Als we met zijn allen – de overheid en de sector samen – de schouders eronder zetten, dan zou het moeten kunnen. Dat vergt ook van de boeren dat ze met elkaar inzien dat de derogatie van zo’n groot belang is, dat de fosfaatproductie in 2017 moet verlagen. Die discussie voeren LTO en de zuivelsector al langer, maar ik hoop dat dit ook zal leiden tot concrete stappen. Als we met z’n allen de schouders eronder zetten, kunnen we met vertrouwen het proces ingaan. Dan wordt het nog steeds moeilijk, maar laten we met elkaar alles doen wat we kunnen.”

Vormt het fosfaatplafond ook een voorwaarde voor een nieuwe derogatie?

“Onze inzet zal zijn om het fosfaat dat via mestverwerking buiten de Nederlandse landbouw terechtkomt, te kunnen salderen bij het fosfaatplafond. Maar het is niet zo dat je van de Commissie zomaar krijgt waar je op inzet. We hebben een goed verhaal. Om dat gesprek goed aan te kunnen gaan, is het nu alle hens aan dek.”

Beheer
WP Admin