RundveeAchtergrond

Overleven met lagere kritieke melkprijs

Twee derde van de melkveehouders overleeft een melkprijs van 30 cent. Voor even. Op lange termijn moet 35 procent structureel €?35 per 100 kilo beuren.

De melkprijzen liggen rond € 30 per 100 kilo. Veel melkveehouders hebben bij een dergelijke melkprijs moeite met het betalen van hun rekeningen. Het is een tijdelijke prijsval, verwacht Roel Jongeneel, onderzoeker van LEI Wageningen UR. “Wij verwachten een stijging, op lange termijn naar € 37 tot € 38. Dan spreek ik over een tijdsbestek van een jaar of tien.”

Bedrijven moeten overleven met lagere melkprijzen. Of dat lukt, blijkt onder meer uit de kritieke melkprijs. Niet iedereen berekent die op dezelfde manier, maar de uitkomst is gelijk: sinds 2010 stijgt de kritieke melkprijs gestaag door investeringen in groei en gestegen voerprijzen. Bij lage melkprijzen staan marges en reserveringscapaciteit onder druk.

Opsplitsing kritieke melkprijs

Om de veerkracht van een bedrijf in beeld te brengen, heeft LEI de kritieke melkprijs opgesplitst in een kengetal voor de korte en een voor de lange termijn. De kritieke melkprijs lange termijn geeft inzicht in het toekomstperspectief.

“Dat kengetal geeft aan of een bedrijf vitaal is, zodat zoon of dochter kan denken aan overname”, legt Jongeneel uit. De kritieke melkprijs korte termijn geeft aan of een bedrijf aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen in een korte periode met financiële tegenvallers, zoals een lage melkprijs of een hoge voerprijs. “Het is een ‘populaire’ manier om de liquiditeit in beeld te brengen. Bij lage melkprijzen ontstaat consternatie, ondernemers weten wat ze nodig hebben om quitte te spelen. De systematiek van de kritieke melkprijs korte termijn sluit aan bij die emotie”, zegt Jongeneel.

De lange termijn kritieke melkprijs geeft aan welke gemiddelde melkprijs een bedrijf moet krijgen om toekomstperspectief te hebben.

Berekening korte en lange termijn

Bij het bepalen van de kritieke melkprijs lange termijn worden betaalde kosten, aflossingen en vervangingsinvesteringen meegenomen. De opbrengsten zijn het melkgeld en de overige inkomsten van het bedrijf. Privébestedingen ziet LEI als beloning van de eigen arbeid. Inkomsten van buiten het bedrijf en bedrijfstoeslagen rekent LEI niet mee, omdat deze te weinig structureel en te onzeker zijn.

Bij de kritieke melkprijs korte termijn gaat LEI ervan uit dat bij slechte melkprijzen de broekriem wordt aangehaald. Vervangingsinvesteringen worden uitgesteld, privéuitgaven gehalveerd. Inkomsten van buiten het bedrijf en bedrijfstoeslagen tellen wel mee, omdat de ondernemer hiermee zijn rekeningen kan betalen.

Grote verschillen tussen bedrijven

De verschillen tussen de bedrijven zijn groot. Bij de kritieke melkprijzen korte termijn heeft de bedrijfsomvang geen grote invloed op die variatie. Deze melkprijs ligt bij 65 procent van alle bedrijven onder € 30 per 100 kilo. Zo’n 20 procent moet € 30 à € 35 ontvangen, 5 tot 8 procent van de bedrijven heeft minstens € 40 nodig om de rekeningen te kunnen betalen.

Bij de kritieke melkprijs lange termijn is de invloed van schaalgrootte groter. Slechts 15 tot 20 procent van alle bedrijven heeft een kritieke melkprijs lange termijn van minder dan € 30. Een derde van de bedrijven met 50 tot 150 melkkoeien heeft toekomstperspectief bij een melkprijs van gemiddeld € 35. Als de melkprijs op lange termijn gemiddeld € 40 is, blijft 55 procent van de bedrijven met deze omvang bestaan.

Melkveebedrijven met meer dan 150 koeien hebben gemiddeld de laagste kritieke melkprijs lange termijn. Daarvan blijft 20 procent bestaan bij een melkprijs van gemiddeld € 30, 40 procent bij € 35 en 70 procent bij € 40.

De melkprijzen gaan meer schommelen. Een lage prijs kan leiden tot een liquiditeitstekort, een hoge prijs kan verleiden tot te veel investeren of aflossen. Een liquiditeitsbegroting geeft inzicht in de inkomsten en uitgaven.

Effect van investeren

De kritieke melkprijzen korte en lange termijn laten ook het effect van investeren zien. Investeren in uitbreiding verlaagt de kritieke melkprijs lange termijn vanwege de schaalvoordelen die zich voordoen. Aan de andere kant verhoogt investeren de kritieke melkprijs korte termijn vanwege hogere rentekosten en aflossingen. Ook stijgen veelal kosten voor extra voeraankoop en mestafzet.

“Dat vraagt om gedegen plannen met goede kostprijsberekeningen”, zegt Pierre Berntsen, directeur agrarische bedrijven van ABN Amro. “En bedenk: aflossen op een lening is ook een investering. De rentekosten gaan nu omlaag en je reserveert voor toekomstige investeringen.”

Groei alleen zorgt niet voor lage kritieke melkprijzen, legt Berntsen uit. “De ondernemer zelf is een belangrijke factor. De toppers hebben meer vakmanschap en meer inzicht. Ze trekken de juiste conclusies en passen hun handelen daarop aan.”

Inzicht in eigen cijfers

Het ontbreekt veehouders vaak aan inzicht in de eigen cijfers. “80 procent heeft geen of onvoldoende inzicht in de liquiditeitsontwikkeling en in de opbouw van zijn kritieke melkprijs”, stelt Jan Kappers, bedrijfskundig adviseur van Alfa Accountants.

Hij adviseert melkveehouders hun kritieke melkprijs lange termijn te berekenen met de gegevens van minstens twee jaren.

“Corrigeer incidentele inkomsten en uitgaven en reken met reguliere aflossingen en privéuitgaven. Is de kritieke melkprijs hoger dan de melkprijs op lange termijn, dan heeft de ondernemer huiswerk te doen. Maak ook een realistische liquiditeitsbegroting. Dat is een overzicht van de inkomsten en uitgaven per maand, kwartaal of jaar.”

Kappers vindt inzicht in de stand van de rekening-courant en de limiet daarop belangrijk. “Breng de crediteurenlijst en spaarpotjes in beeld. Overleg tijdig met de relatiebeheerder van de bank, zodat hij inzicht kan geven in de liquiditeitsontwikkeling in de komende periode. Geef aan hoe groot het liquiditeitstekort is, wat u daaraan doet en wat u van uw bank verwacht. Een verwacht liquiditeitstekort is pas een liquiditeitsprobleem als in de jaren daarvoor onvoldoende is gespaard.”

Bereken hier uw kritieke melkprijs

Lange termijn 

 

Korte termijn 

Of ga naar Rekenmodel kritieke melkprijs.

Kleine bedrijven beter op korte termijn, grote op lange termijn

Schaalvergroting is een goede strategie voor het behoud van rentabiliteit op lange termijn, dus voor continuïteit van het bedrijf. Dat blijkt uit LEI-berekeningen van de kritieke melkprijs korte en lange termijn over 2009-’13 (zie tabel).

De kritieke melkprijs lange termijn is voor grote bedrijven lager dan voor kleine. Maar een grotere schaal maakt de bedrijven niet minder kwetsbaar voor melkprijsschommelingen op korte termijn. Door de investeringen de laatste jaren in schaalvergroting, is de kritieke melkprijs korte termijn op grotere bedrijven gestegen.

De kritieke melkprijs korte termijn was voor alle bedrijfsgroottes lager dan de gemiddelde melkprijs van € 35,60 per 100 kg. De bedrijven konden in deze periode aan hun betalingsverplichtingen voldoen.

Als de kritieke melkprijs korte termijn onder de gerealiseerde melkprijs ligt, levert dat een marge op die beschikbaar is voor extra aflossingen, uitbreidingsinvesteringen of extra privéuitgaven. De berekening van de kritieke melkprijs korte termijn gaat uit van gehalveerde privébestedingen.

Kleine bedrijven hebben minder moeite met een prijsdal dan grote bedrijven.

Meer informatie: Agrimatie van LEI Wageningen UR.

Een overzicht van alle melkprijzen vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin