height:550px RundveeAchtergrond

Maak handen vuil voor betere bodem

Er is maar één manier om écht te weten of uw bodem gezond genoeg is voor goed groeiende gewassen: de schop moet in de grond voor een bodemonderzoek. Veehouder Roy Lageschaar is er bedreven in.

Met kracht zet rundveehouder Roy Lageschaar in Groenlo (Gld.) de schop in de grond. Hij graaft een gat om zo een bodemconditiescore uit te voeren. Het is zeker niet de eerste keer dat hij dat doet. Hij is deelnemer aan het project Vruchtbare Kringloop, dat begin 2014 is gestart en loopt meerdere jaren.

Kringloopwijzer

Aanleiding deel te nemen aan het project is meer kennis te vergaren over de Kringloopwijzer en de bodem om zo actie te kunnen ondernemen om de gewasproductie te verbeteren en het gebruik van nutriënten te optimaliseren. “Er zijn nog veel zaken rond de bodem niet duidelijk”, vindt Roy. “Zo geeft de bodemanalyse inzicht in de chemische samenstelling. Maar de tegenwoordige analyse bestaat uit zoveel cijfers dat we soms niet precies weten wat we daarmee aan moeten.” Het is een teken aan de wand dat een jonge man die bezig is zijn opleiding aan de CAH in Dronten af te ronden, moeite heeft met het lezen van een bodemanalyse. “Hoewel niet iedereen dat zal toegeven, denk ik niet dat wij de enigen zijn”, vult vader Arnold aan.

Wat is dit voor bedrijf?

De bodemanalyse zegt niets over de fysische eigenschappen van de bodem. Hoe is de structuur? Hoe is het met verdichting, waterhuishouding, storende lagen als een oerlaag of een ploegzool? “Daarvoor moet je toch echt de grond in”, stelt Roy. Tijdens zijn stage bij het Louis Bolk Instituut en Waterschap Rijn en IJssel heeft hij bij een groot aantal deelnemers aan het project een bodemconditiescore uitgevoerd.

Zo maak je een bodemconditiescore

Hij laat op zijn eigen bedrijf zien hoe het maken van een bodemconditiescore in zijn werk gaat. Hij graaft een blok grond met zode uit van 20 bij 20 bij 20 centimeter. Daarvoor maakt hij eerst een sleuf om de schop mooi plat onder de uit te steken grond te krijgen. De onderste 10 centimeter valt er direct af. “Dat is geen goed teken.” De wortels van het gras zouden de grond beter bij elkaar moeten houden. Er is flink verdichting zichtbaar op de plek waar Roy de bodemconditiescore uitvoert. De ­onderste kluiten vertonen vrij scherpe randen en zijn vrij hard. Er zitten geen of weinig gangen van wormen in. Die gangen zijn nodig voor een goede ontwatering en capillaire werking en ook geven deze gangen de graswortels de mogelijkheid dieper te wortelen.

De bovenste 10 centimeter ziet er wel goed uit. Er zijn wortels genoeg, zo’n 15 à 20 op een oppervlak van 10 bij 10 centimeter en ook zijn er veel wormen te vinden in de bovenste laag.

[([002_rb-image-1750649.jpeg]:inzetgroot)]

De wormen zitten vaak in de bovenste paar centimeter van de zode. De harde, scherp gerande kluiten zijn een teken van verdichting in de laag waar ze voorkomen.

Doel van bodemonderzoek: hogere opbrengst

Het doel van meer bodemkennis is om het opbrengend vermogend van de grond te verbeteren. “Het kan altijd beter”, stelt Roy, die best tevreden is met de behaalde opbrengsten van de afgelopen jaren. Zo haalt de maatschap gemiddeld 16 à 17 ton droge stof van het maisland. In 2014, dat als een zeer goed grasjaar beschouwd mag worden, haalden ze 14,5 ton droge stof van het grasland. Het Nederlands gemiddelde ligt rond 15 ton mais en 10,5 ton gras van een hectare.

Beheer
WP Admin