RundveeAchtergrond

Strijd tegen dove bestuurders

Tussen 1996 en 2004 vocht de stichting Handen af van melkleasen voor behoud van het recht om quotum volledig te verhuren. Uiteindelijk verloren ze het gevecht. In gesprek met de toenmalige actieleidster Hetty Doeze-Jager.

Natuurlijk wil ze nog een keer praten over de stichting Handen af van melkleasen. Het was tenslotte haar levenswerk. Tussen 1996 en 2004 heeft Hetty Doeze-Jager (68) zich dag in dag uit ingespannen om de lease­regeling van melkquotum te behouden. Dat tegen de uitdrukkelijke wens van de bestuurders van LTO.

Uiteindelijk besloot politiek Den Haag in 2004 de verhuur te beperken tot maximaal 30 procent van het quotum. Dat besluit dwong degenen die tot dan toe hun rechten helemaal verhuurden, hun quotum te verkopen. Of om weer te gaan melken. Dat gebeurde in een enkel geval.

Zonder ons was het leasen jaren eerder afgeschaft

De stichting van Hetty Doeze-Jager spant nog een kort geding aan, maar verliest en heft zich op. De strijd verloren? Nee, zegt zij. “Als wij niet hadden bestaan, was het leasen vele jaren eerder afgeschaft. Door onze inzet hebben duizenden verhuurders én huurders veel langer van de regeling gebruik kunnen maken.”

Doeze-Jager heeft twee medebestuurders gevraagd aanwezig te zijn: Guus Habets uit Emmeloord en Diny Bisselink uit Duiven. Dat waren haar strijdmakkers die jaren.

Het wordt een emotioneel vraaggesprek. Opeens komt alles weer boven. Het drietal vertelt over de arrogantie van de landbouwbestuurders die weigerden op de argumenten van de stichting in te gaan. Ze herinneren zich bestuurders die de verhuurders van quotum omschreven als luie sofamelkers die geld verdienden over de rug van de huurders. Toenmalig CDA-minister Veerman wordt aangehaald; hij weigerde jarenlang het drietal te ontvangen, omdat hij de ‘oneigenlijke’ argumenten van de stichting wel uit de landbouwbladen kende.

Jan Cees Vogelaar LTO-vakgroep melkveehouderij voor afschaffen leasen

Ze herinneren zich ook de goede momenten, zoals een bijeenkomst waar aanhangers van de stichting allemaal 100 gulden op tafel legden om advertenties te plaatsen. Binnen een paar weken hadden 1.200 boeren zich aangesloten. Die reactie was echt hartverwarmend, zegt Doeze-Jager.

Dan komen de frustraties weer boven. Zij herinnert zich de bestuurder van het productschap die in slaap dommelde tijdens een overleg met de stichting. En de toenmalige voorzitter van de LTO-vakgroep melkveehouderij Jan-Cees Vogelaar die haar tijdens de vergadering toeriep: “Hetty, ik zie je heus wel zitten hoor, maar jouw aanwezigheid heeft geen zin, dat leasen gaan we toch afschaffen.”

Er komt een notitie uit 1996 op tafel. De stichting heeft uitgezocht hoeveel mensen van de leaseregeling gebruikmaken. Het blijkt dat jaar te gaan om 8.200 verhuurders en 13.500 huurders. In beide groepen zijn kleine bedrijven oververtegenwoordigd. “Die getallen spreken boekdelen”, zegt Doeze-Jager. “Maar de landbouwbestuurders bleven verkondigen dat het leasen slecht was voor de sector. Dat het leasen zorgde voor hoge quotumprijzen. Alsof die huurders allemaal gek waren!”

Quotum is een verworven recht

Ze zegt het nog een keer met nadruk. “Quotum is een verworven recht. Wij vonden dat mensen zelf mogen beslissen wat ze daarmee doen, punt uit. Het verhaal over het prijsopdrijvend effect van leasen bleek achteraf totale onzin. Toen boeren, die hun hele quotum verhuurden, in 2004 werden gedwongen tot verkoop, was het effect nauwelijks merkbaar. Hadden wij altijd al gezegd.”

De toenmalige leaseregeling was een vangnet voor kleine bedrijven en pachters. En niet te vergeten voor ziektegevallen. Doeze-Jager: “Ik had contact met een boer die een hersenbloeding had gehad. Zijn zoon wilde boer worden, maar zat nog op school. Verhuur van zijn hele quotum was een uitkomst. Elke verhuurder had zijn eigen reden om te leasen. Dat is kapot gemaakt voor iets vaags als ‘het belang van de sector’. Ik kan daar nog boos om worden.”

Beheer
WP Admin