height:550px RundveeAchtergrond

Quotum heeft veel gekost en veel gebracht

Qua productievolume is de melkveehouderij nog niet terug op het niveau van 1983. Qua veestapel en aantal ondernemers zal het nooit meer worden als toen. De inkomens zijn het beste op peil gebleven, al is de marge per eenheid product wel teruggelopen. En de sector kan de concurrentie aan. Dertig jaar quotering in Nederland doorgerekend.

Ruim dertig jaar melkquotering heeft de Nederlandse melkveehouderij veel gekost, maar ook veel gebracht. Er is melk afgepakt, er zijn boetes opgelegd en er is veel geld gestoken in productierechten die voor 1984 niet bestonden. De quotering heeft echter ook betere inkomens gebracht voor de melkveehouderij en door de nood gedwongen heeft de sector een efficiëntieslag gemaakt die anders misschien een hele tijd zou zijn uitgebleven.

De periode van productiebeheersing was in ieder geval geen periode van overbodige of onzinnige stagnatie, zoals sommigen het graag brengen.

Boterbergen

De melkquotering kwam in 1984 als een verrassing, maar kwam niet helemaal uit de lucht vallen. De melkveehouderij produceerde, net als de akkerbouw en rundveehouderij, al jaren meer dan de Europese Unie zelf kon consumeren en omdat de producentenprijzen veel hoger waren dan op de wereldmarkt, ontstonden graan-, boter-, en vleesbergen. Europa kon daar alleen vanaf door deze voorraden met een flinke zak geld op de wereldmarkt af te zetten. Honderdduizenden tonnen boter werden bijvoorbeeld via schimmige transacties (open inschrijvingen zoals nu waren er niet bij) aan de Sovjet-Unie gesleten, dat zo de burgers langer rustig kon houden.

In deze situatie kreeg de melkveehouderij vanaf 1977 al met zogenoemde medeverantwoordelijkheidsheffingen te maken. Via deze inhoudingen op de producentenprijs moesten ze bijdragen aan het op orde brengen van de interne EU-markt. Dat bleek onvoldoende: de melkproductie bleef stijgen, net als de boter- en melkpoederbergen.

Daarop werd in 1984 de quotering ingevoerd, met direct een stevige korting ten opzichte van 1983: 8,65 procent. Voor Nederland kwam dat neer op ruim een miljard kilo minder melk. Het jaar daarop ging het iets geleidelijker: ruim 120 miljoen kilo in Nederland. Tot 1991 bleven de kortingen. Toen was de Nederlandse melkplas bijna 2,5 miljard kilo kleiner dan in 1983.

Pas vanaf 2006, toen de Europese Commissie in haar langetermijnvisie had vastgesteld dat rond 2015 alle instrumenten voor marktbeheersing weg moesten zijn, bleek er weer ruimte om geleidelijk aan de productie weer iets uit te breiden. Dit laatste quotumjaar mocht Nederland ruim 12 miljard kilo melk produceren. Dat is nog altijd 1,5 miljard kilo minder dan in 1983.

 

Beheer
WP Admin