Foto's: Koos Groenewold RundveeAchtergrond

Mengsel van rassen levert meer mais op

Het door elkaar zaaien ­?van drie maisrassen bevalt Bertus Uitslag goed: de opbrengst is zeer hoog. ?De voederwaarde kan iets beter.

De maiskuil op het bedrijf van Bertus Uitslag in Wezep (Ov.) zit goed vol. De melkveehouder had dit jaar zoveel mais dat hij 2 hectare moest verkopen. Aan het gehakseld product is niets bijzonders te zien, toch is wat in de kuil zit bijzonder; het is namelijk afkomstig van meerdere rassen die door zaadleverancier Agrifirm vooraf zijn gemengd. Dit concept heet DairyMais (zie informatie in afbeelding hieronder). De leverancier claimt dat door meerdere rassen in één product, de opbrengst of de hoeveelheid VEM hoger is.

Missie lijkt geslaagd

Uitslag had een goede reden om eens te kijken hoe dit bevalt. “Door derogatie mochten we maar 20% mais telen”, vertelt hij. Andere jaren lag het areaal rond de 19 hectare; dit jaar is maar 13 hectare ingezaaid, waarvan 11 hectare DairyMais.

Gezien de grote bult in de kuil van deze 11 hectare lijkt de missie geslaagd. Volgens de ondernemer is dit jaar bijna 65 ton per hectare gehakkeld. Andere jaren produceert deze grond rond de 45 ton per hectare. “Er waren nu wel uitschieters met wel 70 ton”, aldus de melkveehouder. Omdat zijn bedrijf in een landgoed ligt, zijn bijna alle percelen omzoomd met bos en bomen. Daardoor groeit er op een relatief groot gedeelte van het areaal wat minder mais.

Beweeg over de iconen voor meer informatie over het principe van DairyMais van Agrifirm en het bedrijf van Uitslag.

Geen nadelen

De teelt van DairyMais is niet anders dan van ‘gewone’ snijmais. Hoewel verschillende rassen door elkaar groeien, had dat volgens de ondernemer geen ­nadelen. Ook grote verschillen in groei heeft hij niet gezien. “Je moet goed kijken om verschil te zien.”

In het voorjaar heeft hij 95.000 korrels per hectare gezaaid. Dat zijn er 10.000 méér dan in andere jaren. Dat is ook een verklaring voor de wat hogere opbrengst. Verder ging het zaad direct achter de schudeg in de grond. “Eén werkgang is minder slecht voor de grond”, vertelt de veehouder. Bovendien is de grond losser, met meer lucht in de grond die eerder opwarmt.

De snijmais kwam in het voorjaar goed op. Op slechts een enkel nat en laat perceel had de mais wat last van paarsverkleuring. “Maar dat was maar tijdelijk en daar heeft het gewas later geen last meer van gehad.”

De melkveehouder verwacht hoge voederwaardes in de ingekuilde DairyMais. Volgend jaar wil hij nog meer nadruk op VEM.

De melkveehouder verwacht hoge voederwaardes in de ingekuilde DairyMais. Volgend jaar wil hij nog meer nadruk op VEM.

 

Wat steviger gewas

Het bloeien van de planten was wel iets verschillend in tijd en wijze; dat is een van de kenmerken van dit product, doordat er meerdere rassen in één mengsel zitten. Hij schat in dat het gewas over het algemeen wat steviger was, waardoor tijdens de storm medio juli er relatief weinig mais plat is gegaan (green snap) en later grotendeels weer is rechtgetrokken.

Half oktober had de mais een droge stof van circa 33 procent en is de hakselaar erin gezet. Eigenlijk was het droge­stofgehalte net iets te laag, maar in de wetenschap dat de droge stof toch niet verder toeneemt, is het hakselen op 13 oktober gestart. De voederwaarde is redelijk: de kuil heeft per kilo droge stof 982 VEM en 305 DVE. Agrifirm geeft aan dat de kosten van het zaad niet hoger zijn dan van ongemengd zaad.

Net zoveel akkerbouwer als melkveehouder

De koeien staan er in de stal keurig bij en presteren technisch goed, toch voelt Uitslag zich net zoveel akkerbouwer als melkveehouder. Hij is bewust met de teelt bezig en redeneert vanuit de bodem. Ook bij de mais zoekt hij, in overleg met de adviseur van Agrifirm, telkens naar manieren om de teelt te verbeteren. Zo kiest hij voor een coating op de maiskorrel om de kiemende plant een goede start te geven. Ook heeft hij dit jaar overwogen de mais te spuiten met een middel om schimmelaantastingen te voorkomen.

Naast maïs krijgen de koeien kuilgras, aardappelvezels en soja in het rantsoen. Uitslag wil maximaal meetmelk uit ruwvoer.

Naast maïs krijgen de koeien kuilgras, aardappelvezels en soja in het rantsoen. Uitslag wil maximaal meetmelk uit ruwvoer.

 

Goed landwerk

Uitslag voert op het spuiten na alle mechanisatiewerkzaamheden zelf uit. Ook het onderhoud van de machines gebeurt volledig in eigen beheer. Hij doet het veldwerk graag en schakelt bij hakselen familie en bekenden in.
Aan de trekker is voor het hakselen een vierrijige hakselaar gemonteerd. Na twee dagen hakselen is alles binnen. “We kunnen zelf ook het onderhoud doen, anders kan het financieel waarschijnlijk niet uit.” Maar ook het plezier dat Uitslag met de eigen mechanisatie heeft, noemt hij belangrijk.

Goed landwerk moet bijdragen om een maximale hoeveelheid melk met eigen ruwvoer te produceren. Zijn doel is namelijk zoveel mogelijk melk uit ruwvoer halen, met behoud van een hoge productie en gehalten. Dat Uitslag daarin slaagt, blijkt wel uit zijn economische cijfers: de mengvoerkosten bedragen het afgelopen jaar (november-oktober) € 4,60 per 100 kilo melk tegenover € 6,52 voor de referentiegroep. Het percentage meetmelk uit ruwvoer is 51 procent. Voor het groepsgemiddelde is dat 45 procent. De koeien produceren uit het maisrantsoen – dat in de winter wordt aangevuld met kuilgras, aardappelvezels en soja – jaarrond zo’n 9.600 kilo melk.

Naast mais krijgen koeien kuilgras, aardappelvezels en soja in het rantsoen. Uitslag wil maximaal meetmelk uit ruwvoer.

Naast mais krijgen koeien kuilgras, aardappelvezels en soja in het rantsoen. Uitslag wil maximaal meetmelk uit ruwvoer.

 

Snijmais met een zeer hoge opbrengst past dus prima op dit bedrijf. Uitslag verwacht volgend jaar daarom opnieuw DairyMais te zaaien. Mogelijk gebruikt hij dan een deel van deze mais met de nadruk op meer energie. “Iets minder massa en wat meer voederwaarde zou denk ik wel passen.” Die keuze laat hij mede afhangen van overleg met zijn rantsoenadviseur.

Beheer
WP Admin