Foto's: Jan Willem Schouten RundveeAchtergrond

Grondleggers: ‘Van erg groot worden moest ik niks hebben’

In hun jeugd was het meeste werk nog handwerk. Toen ze zelf boer werden, gingen ze specialiseren, uitbreiden en mechaniseren. Ze werden zo de grondleggers van de huidige agrarische bedrijfsvoering. Zo ook Simon Kikkert.

De omgeving van Westerland in Noord-Holland is opvallend heuvelachtig. Een groot contrast met de verderop gelegen Wieringermeer, waar de bodem zo plat is als een pannenkoek. “Hier zit een bult van keileem”, zegt Simon Kikkert, die op de huidige boerderij geboren en getogen is. De keileem bestaat uit materiaal dat tijdens het pleistoceen via gletsjers is meegevoerd vanuit Scandinavië. “Het zit vol keiharde steentjes. Als we aan het grasmaaien waren, kwam er regelmatig zo’n steentje in de vingerbalk. Met als gevolg dat een vinger kapot ging en wij weer naar de smid konden voor reparatie.”

Gevaarlijk steentjesprobleem

Aan dat gehannes kwam een einde toen Simons vader een trekker kocht. “Een Ford Red Tiger van 35 pk, mét doordraaiende aftakas. Daar kon een cyclomaaier achter en toen waren we van die kapotte maaivingers af.” Het steentjesprobleem was daarmee overigens niet verdwenen. “Die cyclomaaier slingerde de steentjes met een enorme zwieper weg. Ze vlogen dwars door de beschermende lap heen die om de maaier hing. Levensgevaarlijk eigenlijk, maar er zijn nooit ongelukken mee gebeurd.”

Beweeg over de iconen voor meer beelden en informatie. 

‘Niet-groeiers hebben beste portemonnee’

Die eerste trekker arriveerde pas vrij laat bij familie Kikkert. Het zal rond 1975 zijn geweest. “We liepen niet voorop met nieuwe dingen”, legt Simon uit. “Ook met uitbreiden deden we heel kalm aan. Steeds stukje bij beetje. Heel groot zijn we overigens nooit geworden. Ik moest daar niks van hebben. Nog steeds niet. De niet-groeiers hebben de beste portemonnee. Dat was vroeger ook al zo. Al die boeren die nu van die grote stallen zetten, die graven hun eigen graf. Want je moet wat ophoesten hoor en de melkprijs zakt alleen maar.”

Hoge melkprijs

Zelf beurde hij ooit een gulden per liter, omgerekend 45 eurocent. “Ik hield MRIJ-koeien, want ik ben geen liefhebber van die Amerikanen. Die geven wel een sloot melk, maar ik vind ze veel te puntig en te schonkig. Ik zie liever vlees op de botten, vandaar die MRIJ’s. Die gaven misschien iets minder melk, maar wel met hogere gehaltes. Vandaar die hoge melkprijs.”

Bij familie Kikkert werkten ze lang met behulp van paardenkracht. ‘We liepen niet voorop met vernieuwingen.’

Bij familie Kikkert werkten ze lang met behulp van paardenkracht. ‘We liepen niet voorop met vernieuwingen.’

 

7.000 liter per koe per jaar

Wat de melkproductie was vroeger? “Mijn vader molk 15 koeien en zat op 4.500 liter per koe per jaar. Ik had 55 koeien die 7.000 liter gaven. Er liep zelfs een koe tussen die richting 10.000 liter ging. Ze was een afstammeling van de stier Blitsaerd Keimpe. Die vererfde veel liters en is daarom veel gebruikt.” Al die liters pakten bij Simons vee echter niet goed uit. “Na drie keer afkalven was die ene koe helemaal op. Kon niet meer staan, de lebmaag was gedraaid en ze moest naar de noodslacht. Daar bleek dat ook andere organen kapot waren.” Het sterkte zijn mening dat een heel hoge productie niet per definitie gunstig is.

Paarden ophalen voor een klus, zoals grasmaaien met de vingerbalk. Die balk bleef tot in 1975 een trekker op het bedrijf kwam waar de cyclomaaier achter kon.

Paarden ophalen voor een klus, zoals grasmaaien met de vingerbalk. Die balk bleef tot in 1975 een trekker op het bedrijf kwam waar de cyclomaaier achter kon.

 

Zwaar handwerk

Het wil niet zeggen dat Simon tegen veranderingen was. Integendeel. Vooral de toenemende mechanisering zag hij met vreugde aan. “Tot die tijd was alles handwerk en dat was pittig hoor. Melken deden we in mijn jeugd met elleboog­stoom, ofwel met de hand. Later kregen we een machine.” Ook graan sjouwen was aanvankelijk handwerk. “Het ging om zakken van 100 liter. Een volle zak tarwe woog 80 kilo, een volle zak gerst 70 kilo en een volle zak haver 55 kilo.”

Graanverwerking

De graanverwerking was een evenement op zich. “De kleine boeren bewaarden hun schoven in een gemeenschappelijke schelf. De onderste laag tarwe was bijvoorbeeld van Piet, daar kwam dan een doek op te liggen of een laag stro waarna Klaas er zijn haver op legde. En zo ging dat door. Zo kon de komst van een dorsmachine beter uit dan wanneer ieder voor zich met zijn beetje graan apart naar de dorsplek moest komen.”

Een bietensnijder. De biet ging er bovenaan in en werd door handmatig draaien in stukjes gesneden. Deze stukjes konden de koeien opeten.

Een bietensnijder. De biet ging er bovenaan in en werd door handmatig draaien in stukjes gesneden. Deze stukjes konden de koeien opeten.

 

Sloten schoonmaken

Simon herinnert zich ook het schoonmaken van sloten als zwaar werk. “Je hebt er hier bar veel, dus dat werk kwam vaak terug. Daar stond je dan, half voorover gebogen, kroos te scheppen.” Handwerk was het, tot het waterschap er een machine voor aanschafte. “Dat was zoiets bijzonders dat-ie midden in het dorp tentoon werd gesteld. Vanaf toen kon je het waterschap je sloten laten doen, uiteraard tegen een vergoeding. Dat had ik er graag voor over.” De schade was toen echter al niet meer terug te draaien: “Ik voel nog alle dagen mijn rug.”

Andere ambities

Niettemin werkte Simon altijd met plezier op de boerderij. En dat terwijl zijn ambitie aanvankelijk elders lag. Hij werkte als chauffeur. Op een vrachtwagen en een beurtboot. “Dat was zeg maar Van Gend & Loos, maar dan per boot.” Hij vervoerde onder meer tarwe, erwten en kunstmest en kwam tot in Amsterdam, Leiden en Rotterdam. “Opvallend was dat een Amsterdammer de weg in zijn eigen stad nooit wist. In Rotterdam wisten ze dat beter. Ik vroeg de weg aan de trambestuurder of liep een café in en vroeg de ober waar dat en dat schip lag. Hij ging naar buiten en kwam later terug met de informatie die ik nodig had.”

De boerderij in Westerland (N.-H.) waar Simon Kikkert geboren en getogen is. Ze molken koeien en bedreven wat akkerbouw.

De boerderij in Westerland (N.-H.) waar Simon Kikkert geboren en getogen is. Ze molken koeien en bedreven wat akkerbouw.

 

Bedrijfsovername

Doordeweeks was Simon weg, in de weekenden werkte hij op de boerderij. “Juist die afwisseling vond ik zo leuk.” Toen zijn vader op 67-jarige leeftijd overleed, moest Simon een keuze maken. Hij en zijn broer Adriaan besloten het bedrijf voort te zetten en Simon stopte met zijn chauffeursactiviteiten. “De bedrijfsovername ging heel simpel. De notaris zette het nodige op papier en dat was dat.”

Melkkoeltank

De broers bouwden het bedrijf verder uit, schaften meer machines aan en verrichtten ook wat loonwerk voor collega-boeren. “We kochten uiteindelijk ook een melkkoeltank. Dat stelden we zo lang mogelijk uit, want het was een hele investering en met die bussen ging het op zich best. Tot de melkfabriek ze echt niet meer accepteerde, toen moesten we wel.” Het nummer van de bussen zit in zijn geheugen gegrift: 399. Het tanknummer was hier een afleiding van: 86399. “Het was 6399, maar er kwamen steeds meer tanks. Vandaar een extra cijfer.”

In de tank kon 5.000 liter. “Dat was net te krap, maar we sloten een dealtje met de melkrijder. Terwijl hij de tank leegpompte, lieten wij de verse en nog warme melk uit de tank van de weidemelker erbij lopen. Dat mocht natuurlijk niet, maar we deden het toch.”

De boerderij zoals die nu is. Simon Kikkert stopte dertien jaar geleden met melken. Zijn kinderen starten het bedrijf nu weer op.

De boerderij zoals die nu is. Simon Kikkert stopte dertien jaar geleden met melken. Zijn kinderen starten het bedrijf nu weer op.

 

Opvolgers

Simon en Adriaan werkten voort tot dertien jaar geleden. Toen besloten ze om gezondheidsredenen te stoppen met melken. Zeven jaar later overleed Adriaan. Simons zoon had eerder wel aangegeven het bedrijf te willen overnemen, maar Simon dacht dat de plannen niet zo serieus waren. Later bleek dat ook zijn dochter interesse had. Nu het melkquotum is afgeschaft, grijpen zij hun kans en herstarten het bedrijf. Simon: “Achteraf gezien had ik misschien niet moeten stoppen en ook een deel van de grond niet moeten verkopen. Ik vind het leuk dat ze het gaan proberen, maar ik hoop wel dat ze niet zo grootschalig worden.”

Meedoen aan deze rubriek? Of iemand opgeven? Mail: margreet.welink@reedbusiness.nl of schrijf naar postbus 4, 7000 BA, Doetinchem.

Beheer
WP Admin