RundveeAchtergrond

Oproep aan Kamer: bezint, eer ge begint

Den Haag – Bezint, eer ge begint. Die boodschap kreeg de Tweede Kamer mee van een aantal deelnemers aan de hoorzitting over de invoering van een stelsel van fosfaatrechten in de melkveehouderij.

Klaas Wolters van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond, Frits van der Schans van het Centrum voor Landbouw en Milieu en Lubbert van Dellen van Accon-AVM bepleitten een standstill in de melkveehouderij om tot verstandige integrale regelgeving te komen, mogelijk zelfs ter vervanging van de al ingevoerde regels over de grondgebonden groei, de mestverwerking en de geplande invoering van fosfaatrechten.

‘Onontkoombaar en noodzakelijk’

Invoering van fosfaatrechten, zoals staatssecretaris Sharon Dijksma op 2 juli van dit jaar heeft aangekondigd, is onontkoombaar en noodzakelijk, aldus Sijas Akkerman van de Stichting Natuur en Milieu. “Als we nu niet ingrijpen, hebben we straks ook te maken met nitraatrechten en ammoniakrechten.”

‘Toekenning nog geen uitgemaakte zaak’

Hoe die fosfaatrechten moeten worden toegekend is nog geen uitgemaakte zaak, als het aan Diana Saaman van het Netwerk Grondig ligt. Zij vindt dat extensieve boeren rechten moeten krijgen op basis van de beschikbare grond; intensieve melkveebedrijven daarentegen zouden rechten moeten krijgen op basis van het aantal dieren.

Stapeling van regelgeving

De stapeling van regelgeving die sinds de afschaffing van het melkquotum op de melkveehouderij neerdaalt, baart boeren en hun adviseurs hoofdbrekens. “Ondernemers weten niet waar ze aan toe zijn”, aldus jurist Franca Damen. Volgens haar zijn de verschillende regels met verschillende referentiejaren heel verwarrend.  Daar zou enige ordening en samenvoeging wel verbetering in kunnen aanbrengen.

‘Overschrijding fosfaatplafond geen verrassing’

De overheid had kunnen zien aankomen dat er een probleem zou ontstaan, zei Sieta van Keimpema woensdagochtend tegen de Kamerleden. Het was immers de overheid die vergunningen had afgegeven voor al die nieuw te bouwen melkveestallen. “Het kan geen verrassing zijn dat we door de plafonds gaan”, aldus Van Keimpema, die met lede ogen aanziet dat de melkveehouderij het voorbeeld van de varkenssector volgt.

‘Knelgevallenregeling moet er komen’

Er zal in elk geval een knelgevallenregeling moeten komen, zegt melkveehouder Jan de Goeij uit Reeuwijk. Hij bestiert een natuurboerderij van 200 hectare waar hij 200 koeien wil gaan houden, in samenspraak met provincie, gemeente en Staatsbosbeheer. Hij heeft nu 100 melkkoeien en daarmee kan hij zijn bedrijf financieel niet rondbreien.

‘Stal voor minder dan de helft vullen’

De Flevolandse melkveehouder Gerben Oordt illustreerde wat de gevolgen voor zijn gangbare gemengde  bedrijf zijn van de huidige voornemens van de staatssecretaris. Als 2 juli 2015 voor hem peildatum wordt, kan hij in de stal die hij bouwt voor 150 melkkoeien voor minder dan de helft vullen. “We moeten de inzet van de boer niet om zeep helpen met de invoering van fosfaatrechten”, zegt hij. “En als de kringloopwijzer verplicht wordt, moet ik de koeien binnen gaan houden.”

Kritiek op Kringloopwijzer als beleidsinstrument

De kringloopwijzer als beleidsinstrument krijgt van meer kanten kritiek. NMV en CLM zien het nut van de kringloopwijzer als managementinstrument op het bedrijf. Zodra het een wettelijk gereedschap wordt, zal het gereedschap heel anders gaan werken en mogelijk zelfs fraudegevoelig worden, zeggen CLM en NMV.

Beheer
WP Admin