Foto's: Ton Kastermans Fotografie RundveeAchtergrond

Koe groeit naar natuurlijke geboorte toe

Dikbilfokkers moeten werk maken van natuurlijke geboortes. Belgisch Witblauw-fokker Jan Tupker in Baarn (U.) heeft daarmee inmiddels 10 jaar ervaring.

In de afkalfstal staan twee kalveren naast elkaar, ze zijn een dag na elkaar geboren. “Die witte is van een koe die al drie keer gewoon kalfde, maar met dit stiertje ging dat echt niet. Hij weegt 55 kg”, wijst fokker Jan Tupker naar het flink uit de kluiten gewassen kalf.

De bekkens blijven doorgroeien

Vleesveehouder Tupker heeft al 10 jaar ervaring met het natuurlijk laten afkalven van zijn Belgisch Witblauwe koeien. Inmiddels kalft 62 procent van de tweede kalfs- en oudere koeien natuurlijk af. Bij de circa 15 vaarzen die jaarlijks afkalven laat de veehouder meestal wel een keizersnede doen, omdat zijn ervaring is dat een vaars een te smal bekken heeft om het kalf door te kunnen laten. “Vanaf het eerste jaar zijn we de bekkens gaan meten en kwamen we erachter dat de bekkens van de koeien door blijven groeien. Een vaars waarvan het bekken bij de eerste meting nog te smal is, kan in de meeste gevallen later in haar leven wél gewoon kalven. En de bekkenbreedte blijkt vererfbaar”, legt Tupker uit.

Beweeg over het icoon voor meer bedrijfsinformatie.


Hoog eindgewicht boven spierbundels

Het witte kalf is afkomstig uit een vijfde kalfskoe die hiervoor drie keer gewoon afkalfde van dezelfde stier. De koeien van Tupker zijn stuk voor stuk flink aan de maat met een mooie bespiering. De achterhand is goed ontwikkeld maar iets minder zwaar dan bij veel anderen Belgisch Witblauwen.

Tupker fokt koeien met een hoog eindgewicht en geen showkoeien waar juist de nadruk op de grote spierbundels ligt. “Je levert met natuurlijk kalven iets in op de bespiering. Maar dit ras heeft als voordeel dat een koe blijft groeien. Die kilo’s komen er tijdens het afmesten echt wel aan”, zegt hij, wijzend naar een rijtje afmestkoeien op de grup.

Niets is routine

Dikbilfokkers moeten wel voor ogen houden dat ze niet naar routinematige natuurlijke geboortes kunnen. Er blijven volgens Tupker altijd koeien die een keizersnede nodig hebben. “Maar het verhaal is ook niet dat de keizersnede helemaal verboden wordt, het routinematig snijden zoals we nu doen moet eraf, ” leest hij de Europese regels dat routinematige ingrepen op vee niet meer mogen.

De fokstiertjes zijn aan de schrale kant, maar met hard voeren groeien zijn Belgisch Witblauwen wel goed naar de zo bekende dikbil toe, ervaart Tupker.

De fokstiertjes zijn aan de schrale kant, maar met hard voeren groeien zijn Belgisch Witblauwen wel goed naar de zo bekende dikbil toe, ervaart Tupker.

 

Volgens de veehouder is het ook zaak om de rust bij een geboorte te behouden en eerst de gang van zaken aan te kijken. Hij heeft in de afgelopen 10 jaar nog geen dood kalf gevangen als gevolg van een natuurlijke geboorte. “Maar ik heb ook met alle dierenartsen van de praktijk hier aan tafel gezeten om af te spreken hoe ik het wil hebben. Ik ben degene die bepaalt of er gesneden wordt of niet”, stelt hij. Bij twijfel wordt het een keizersnede. Maar er wordt nooit gesneden voordat een koe begint met werpen.

Zware verlossing niet alleen te doen

Tupker voelt altijd eerst op hoe het kalf ligt en of er voldoende ruimte te voelen is. Zo nodig trekt hij het kalf een stukje het geboortekanaal in om dat te beoordelen. “En een dikbil perst gewoon minder goed, omdat de baarmoeder meer naar beneden wijst. Vaak zetten ze door zodra het kalf in het geboortekanaal ligt”, is zijn ervaring. En Tupker wacht niet te lang met het bellen van een dierenarts. Een zware verlossing vindt hij niet alleen te doen. De extra, meer deskundige hand van de dierenarts is meer dan welkom.

Tupkers koeien zijn flink aan de maat. Het bekken groeit mee zodat, een smalle vaars toch naar natuurlijk afkalven groeit.

Tupkers koeien zijn flink aan de maat. Het bekken groeit mee zodat, een smalle vaars toch naar natuurlijk afkalven groeit.

 

Stierkeuze lastig

Tupker gebruikt een eigen stier. Criterium is dat de stier zelf uit een natuurlijke geboorte komt. Daarvan heeft hij er nu drie gehad. De veehouder stopte met ki, omdat het lastig was om aan geschikte stieren te komen. Er was niets bekend over de geboorte van de stier zelf of zijn bekkenmaten. Inmiddels heeft KI Samen van een aantal stieren de bekkenmaat gemeten en is CRV er ook mee begonnen.

Langzaamaan zet Tupker ook weer ki in: “Met dit aantal stieren moet ik nog te veel op de bloedlijnen letten. Ik wil geen verwantschap in de bloedlijnen krijgen. Ik hoop dat er nu van meer stieren, ook de Belgische, bekkenmaten bekend worden zodat het fokken er gemakkelijker op wordt.” Ook is het prettig dat meer veehouders hun dieren laten meten zodat meer bekend is van andere bloedlijnen die inzetbaar zijn voor kruising.

Koe groeit naar natuurlijke geboorte toe


 

Verzorging van belang

Niet elke koe kan zomaar natuurlijk afkalven. Naast de bekkenbreedte speelt de draagtijd een rol. Met een langere draagtijd wordt het kalf zwaarder. De draagtijd is lastiger te bepalen met natuurlijke dekking; de veehouder heeft niet precies in de gaten wat de stier op de wei doet. De stier heeft een voordeel ten opzichte van ki, omdat de koeien de tocht moeilijk laten zien. Toch lukt het de veehouder om de tussenkalftijd op een jaar te houden.

Naast de draagtijd is het volgens Tupker zaak om de koeien in de droogstand schraal te houden. “Een kalf moet buiten de koe groeien, de soort zit er genetisch toch wel in. Het lastige is wel dat de koeien van kuilgras al groeien. Dat is dus een managementkwestie. In Engeland hebben ze dat goed in de gaten, daar zijn de koeien gewoon mager”, legt hij uit.

Beheer
WP Admin