<em>Foto: SAC</em> RundveeAchtergrond

‘Robot komt naar de koe toe’

Melkmachinefabrikant S.A. Christensen & co, kortweg SAC, bestaat 75 jaar. Topman René Meyer Johannsen ziet de toekomst rooskleurig in, zeker nu de vraag vanuit China sterk aantrekt en SAC daarin een heel sterke rol vervult.

Het Deense SAC realiseert jaarlijks zo’n €700.000 winst bij een omzet van €40 miljoen.

Afgelopen week bestelde SAC’s Chinese importeur drie 60-stands draaimelkstallen en een 80-stands met daarbovenop een optie op nog eens zo’n pakket. Mooi detail is dat de platforms voor deze draaistallen van Nederlandse makelij zijn, van firma Blom uit Zevenhuizen.

Hoe verwacht u dat de koeien rond 2025 gemolken worden?

“De robotisering zal doorzetten. In Noordwest-Europa wordt de helft van de koeien dan met een robot gemolken. Daarbij voorzie ik dat de robot uiteindelijk naar de koe komt, dus in de stal of in de weide de koeien melkt. Dat vraagt nog veel onderzoek, met name rondom veiligheid en kwaliteitswetgeving. Maar de robotisering zet door. De technologie wordt almaar betrouwbaarder en sneller, daarbij halveren de kosten van aanschaf en onderhoud elke tien jaar.”

En in andere delen van de wereld?

“Daar zal de robotisering minder snel gaan. In Noord-Amerika zal arbeid nog lang ruim en relatief goedkoop beschikbaar zijn. Daar zal misschien 20 tot 25% van de koeien een robot zien tegen 2025. In China zal het minder dan 5% zijn, in Nieuw-Zeeland eenzelfde percentage.”

Waar staat SAC over vijf jaar dan?

“Kijk naar waar we vandaan komen. We zijn een ‘full-liner’ die zowel carrousels, melkrobots als standaard melkstallen levert. We zijn al vijftien jaar bezig met automatisch melken. We zitten dicht op onze dealers en gaan geen andere producten leveren. Vijf jaar geleden hadden we twee eigen SAC-organisaties die wereldwijd de afzetmarkten verdeelden: Denemarken en Nederland. Nu zijn het er zeven, we leveren ook vanuit en in Rusland, Frankrijk, Zweden, Spanje en China. Elk jaar een erbij, en in dat tempo gaan we gestaag verder richting een omzet van €
50 miljoen.”

Blijft u leveren onder private label zoals Insentec?

“Ja, die strategie zetten we door. We leveren niet aan wereldspelers zoals Lely en Delaval, wel aan sterke regionale merken. Het drukt onze ontwikkelingskosten, doordat we die kunnen uitsmeren over meer producten.”

Hoe gaat u de slag met de grote spelers winnen?

“Door onze focus op de koe en de melker, of de ondernemer. Onze industriële arm staat qua betrouwbaarheid en servicevriendelijkheid op eenzame hoogte en onze zelflerende scanner werkt het snelst van alle merken. Als ik naar Lely kijk, dan zie ik een bedrijf met veel technische kennis. Het levert een product van erg goede kwaliteit, maar heeft een gebrek aan koekennis. De Delaval-melkrobot is te onderhoudsgevoelig. Bij GEA is de constructie van de robot een probleem. Onze industriële arm wint het op alle fronten. Bij Boumatic worden koeien via de achterkant aangesloten, en iedere koeienboer weet dat dat vragen om problemen is.”

Beheer
WP Admin