Melkveehouderij heeft melkopbrengst van 40 cent nodig

Alfa Accountants en Adviseurs noemt in haar brochure ‘Cijfers die spreken Melkveehouderij 2014’ een melkprijs van 40 cent als kostendekkend. Alfa zegt echter ook dat als alle arbeid gewaardeerd zou zijn op basis van een reële vergoeding, de marge bij 40 cent melkopbrengst negatief is.

In de praktijk komt betalen van alle uren niet voor. En dat schept ruimte om buffer te creëren om financieel moeilijke tijden te overbruggen. Daarnaast geeft het ruimte voor de nodige investeringen.

Als de melkprijs niet te hard daalt, kan de gemiddelde melkprijs opnieuw tussen de 38 en 40 cent uitkomen. Een melkprijs die langere tijd op 32 cent uitkomt, brengt toch weer bedrijven in liquiditeitsproblemen. Want de kritieke melkprijs lag in 2013 al op afgerond 35 cent. Juist de bedrijven die de laatste jaren flink geïnvesteerd hebben in stalruimte, zullen een flink hogere kritieke melkprijs hebben. Dat is de melkopbrengst waarbij nog net alle lopende uitgaven voor de bedrijfsvoering kunnen worden betaald, inclusief aflossingen, vervangingsinvesteringen en (privé) onttrekkingen. Van reserveren is er dan geen sprake.

Alfa stelt dat 40 cent echt nodig is om de gestegen kosten, met name voerkosten, te kunnen blijven betalen en om voldoende buffer te bouwen.

Het rapport meldt niet hoeveel de gemiddelde melkopbrengst zou moeten zijn om alle berekende arbeidsuren te betalen tegen reële vergoeding. Dat is ook lastig, want de ene veehouder werkt 55 uur per week om een quotum van 800.000 kilo melk vol te maken terwijl de ander daar 75 uur per week voor nodig heeft. Het is ook niet voor niets dat Alfa ingaat op de arbeidsefficiëntie.

Alfa Accountants stuurde dit jaar de brochure niet naar de pers, omdat veehouders volgens Alfa in toenemende mate moeite hebben met publicatie van cijfers.