Monitoren van droge koe voor beter resultaat

Meten van gedrag droge koeien en actie op afwijkingen vermindert problemen in lactatie.

Door droge koeien beter te volgen tijdens de droogstand zijn problemen in de lactatie te voorkomen. Uiteindelijk moet dat leiden tot producten waarmee de veehouder de levensproductie van de melkkoeien kan opschroeven. Dat stellen Vetvice en Nedap. De partijen zijn, met Wageningen UR en de Faculteit Diergeneeskunde, 
betrokken bij een project met als streven verbetering van de diergezondheid met behulp van sensoren.



Volg gedrag in droogstand

Aan het project nemen negentien bedrijven deel. Het project richt zich in eerste instantie op het volgen van koeien in de droogstand. Daarbij richt de aandacht zich op het vreetgedrag; bijgehouden wordt hoe vaak en hoe lang droge koeien vreten. Ook lig- en sta-gedrag wordt gevolgd. De bedrijven zijn verdeeld op basis van melksysteem (robot en conventioneel) en soorten ligbed.

De veehouders houden bij wat met de koeien gebeurt: op welk tijdstip en hoe kalven ze af en wat is het verloop van productie en eventueel ziektebeeld in de lactatie. Tijdens de droogstand en de lactatie wordt ook bloed afgenomen; in de droogstand om nefa’s te meten (afvalstoffen van de vetverbranding) en in de lactatie om (slepende) melkziekte vast te stellen.

Het project loopt al sinds februari. In eerste instantie is er vooral aandacht voor de droogstand. Later wordt het project opgeschaald met dataverzameling rond afkalven en in het begin van de lactatie.

De eerste resultaten worden eind dit jaar verwacht, als de eerste studenten hun scripties hierover verdedigen.