<em>Foto: Roel Dijkstra</em> PluimveeNieuws

Slachterijen signaleren minder Campylobacter

In zes jaar tijd is het aantal pluimveevleesproducten met een hoge mate van Campylobacterbesmetting nagenoeg gehalveerd. Dat signaleren de Nederlandse pluimveeslachterijen, vertegenwoordigd door brancheorganisatie Nepluvi.

Sinds de monitoring door Nepluvi in 2009 voor in Nederland geproduceerd pluimveevlees is gestart, is het gevonden Campylobacterniveau op eindproducten met waarden boven de 1.000 kolonievormende eenheden (kve) per gram gedaald van 9,8% in 2009 naar 5,0% in 2015, zo meldt Nepluvi. Bij een waarde boven de 1.000 kve per gram op pluimveevlees is er een groter risico op Campylobacterbesmetting bij de mens. Bij inname van lagere hoeveelheden wordt de weerstand tegen een besmetting verhoogd.

Dalingen

De daling gaat gepaard met een daling van het aantal met Campylobacter besmette vleeskuikenkoppels dat wordt aangevoerd bij Nederlandse slachterijen. Volgens Nepluvi bedroeg dit percentage in 2015 43,1%, tegenover 53% in 2011. Bovendien blijken slachterijen die relatief weinig positieve koppels aanvoeren, lagere Campylobacteraantallen op de geslachte eindproducten te vinden. Daarnaast vermoedt Nepluvi een gunstig effect van maatregelen die slachterijen nemen in het slachtproces, bijvoorbeeld door extra te wassen.

Projecten

Vanuit de Nederlandse pluimveehouderij wordt op verschillende manieren geprobeerd Campylobacterbesmettingen omlaag te brengen. Hiervoor loopt in Nederland tot en met 2018 het vier jaar durende project ‘Campylobacter de baas‘, om besmetting van Campylobacter op pluimveevlees terug te dringen. Daarnaast loopt er een meerjarig Europees onderzoeksproject (Campybro), dat zich richt op maatregelen om besmetting van pluimvee met Campylobacter in de primaire sector te voorkomen.

Beheer
WP Admin