Positie Nederlands pluimveecluster onder druk - Foto: Koos Groenewold PluimveeNieuws

‘Positie Nederlands pluimveecluster onder druk’

De sterkte positie van het Nederlandse pluimveecluster staat enorm onder druk. Dat meldt het Dutch Poultry Centre in zijn visiedocument, dat het donderdag aanbood aan Kamerleden Helma Lodders (VVD) en Jaco Geurts (CDA).

Als geen actie wordt ondernomen, kan deze binnen enkele jaren sterk verzwakken, verwachten bedrijven uit de pluimvee-periferie. Zowel de vlees- als eierproductieketens hebben het lastig in Nederland, door aanbod van producten uit lagelonenlanden en landen met een lage regeldruk die leiden tot kleinere marges en de hogere eisen in Nederland.

DPC benadrukt in hun blik op de toekomst de noodzaak van een sterke nationale pluimveesector om te kunnen blijven innoveren, zodat Nederland centraal kan blijven staan als wereldleider in duurzame pluimveetechnologie.

Lodders: met trots uitdragen waar sector mee bezig is

VVD-Kamerlid Helma Lodders spreekt van een grote kennisleemte in Nederland en in de politiek als het gaat over landbouw, waardoor het van groot belang is dat de agrofoodsector aan de weg blijft timmeren. “Als je kijkt naar hetgeen de sector heeft bereikt, hoever wij voor liggen op de ons omringende landen, dan kunnen wij daar slechts trots op zijn. Wij moeten de linkse gekte in ons politieke huis de kop indrukken en u als sector moet met trots en in gezamenlijkheid – over de sectoren heen – uitdragen waar u mee bezig bent.”

Jaco Geurts (CDA): “Je moet kennis niet alleen willen exporteren, maar je moet kennis op blijven doen en daarvoor investeren in de primaire sector. Wees trots op datgene wat je doet.”

4 speerpunten

De 4 speerpunten om te bereiken zijn volgens de DPC-leden:

  1. dialoog met de maatschappij,
  2. samenwerking binnen de keten,
  3. een eerlijke regelgeving met level playing field,
  4. stimulering van het innovatieklimaat.

Bijdrage pluimveecluster aan economie

Het visiedocument werd opgesteld door het gerenommeerde adviesbureau Berenschot en rekent voor wat de bijdrage van het pluimveecluster aan de economie is. Het cluster, bestaande uit de primaire sector, toeleveranciers en dienstverleners, is goed voor een jaarlijkse omzet van €5,4 miljard, 11% van de toegevoegde waarde van het totale agrocomplex. Het aandeel van de toeleveranciers hierin is ruim 70%.

Nederlandse innovaties wereldwijd toegepast

DPC-voorzitter Jan Wolleswinkel stelt dat veel toepassingen in de pluimvee wereldwijd zijn ontleend aan innovaties in de primaire Nederlandse pluimveesector, een sector ook met een geweldige toegevoegde waarde voor de economie, en een sector die met open vizier de toekomst in gaat. “De bedrijven verbonden aan DPC nodigen maatschappelijke partners van harte uit aan tafel, om de nationale én internationale positie van het cluster op een duurzame, diervriendelijke en innovatieve wijze te versterken.”

Sterke internationale positie niet vanzelfsprekend

De toekomstperspectieven voor de pluimveesector zijn goed, gezien de groeiende vraag naar kippenvlees door een stijgende wereldbevolking. Desondanks wordt sterke internationale positie van het Nederlandse pluimveecluster niet als vanzelfsprekend gezien. Door toenemende nationale druk kan deze positie binnen enkele jaren sterk verzwakken. Actie is nu noodzakelijk, vandaar ook de visie.

Randvoorwaarde sterke thuismarkt

DPC presenteert 2 randvoorwaarden voor een sterke positie van de gelieerde bedrijven. Dat zijn

  • het kunnen blijven produceren voor de West-Europese markt, tegen standaarden die voor die markt gelden
  • een stimulerend vestigings- en innovatieklimaat voor toptechnologische bedrijven in het pluimveecluster.

Nederland is de innovatiemotor en de proeftuin van de wereld, en wil dat ook blijven. De duizenden mensen die actief zijn in de pluimveesector beseffen als geen ander dat Nederland alleen wereldleider in duurzame pluimveetechniek kan zijn, als er een sterke thuismarkt is. Dat betekent dat er nu en in de toekomst plaats moet zijn voor moderne fokkerijen, broederijen, vermeerderaars en pluimveehouders, zowel in de eier- als vleesketen. Hier ontspruiten de nieuwe ideeën, worden prototypen getest en vinden nieuwe innovaties hun weg naar afnemers. Kortom: als de primaire ketens uit Nederland verdwijnen, bestaat het reële gevaar dat technologieontwikkelaars zich verplaatsen naar andere landen.

Risico voor toekomstige ontwikkeling

En de vlees- en eierproductieketens hebben het lastig in Nederland. Er is een groot aanbod van producten uit lagelonenlanden en landen met een lage regeldruk, dat de prijzen continue onder druk zet. De kleinere marges enerzijds en de hogere eisen in Nederland anderzijds, zijn een serieus risico voor toekomstige ontwikkeling.

Berenschot stelt dat de sector niet tegen scherpere regelgeving is, omdat het innovatie stimuleert, maar er moet wel oog zijn voor een niveau van regelgeving waar Nederland internationaal nog competitief kan zijn. Het te ver voor de troepen uitlopen heeft een averechts effect en er zullen producten en ontwikkelingen plaatsvinden in landen waar duurzaamheid en dierenwelzijn niet of nauwelijks op de agenda staan.

Duurzaam en slim

Met de wereldwijde, toenemende vraag naar pluimvee-eiwit, stijgt ook de vraag naar duurzame, efficiënte en slimme productiemethoden. De consumptie van dierlijk eiwit belast het milieu meer dan de consumptie van groente. Het zijn vooral de Nederlandse pluimveehouders die continu bezig zijn met het verder verbeteren van hun productiemethoden, om zo de milieubelasting van vlees tot een minimum te beperken. Deze onschatbare kennis kan opkomende economieën helpen hun productie op een duurzame en efficiënte wijze te vergroten.

Beheer
WP Admin