Foto: Bart Nijs PluimveeNieuws

“Geen maatregelen na overschrijding plafond”

De pluimveesector neemt al jarenlang zijn verantwoordelijkheid door bijna alle geproduceerde pluimveemest óf te verbranden in de mestverbrandingsfabriek in Moerdijk, óf bewerkt of onbewerkt (ruw) te exporteren. Dit zegt LTO-pluimveevoorman Eric Hubers in reactie op het bericht van het CBS van afgelopen maandag, waarin staat dat het fosfaatplafond in 2015 is overschreden. Ook in de pluimveesector.

Verbaasd over de overschrijding in zijn sector is Hubers niet. “Het is logisch dat er in 2015 meer is geproduceerd dan in 2002. Sindsdien heeft de pluimveesector via POR-regelingen uitbreiding van dierrechten gekregen. En dat de pluimveehouders de dierrechten vorig jaar met de betere marktomstandigheden volledig benut hebben, lijkt me logisch.”

‘Geen fosfaatplafond nodig voor pluimveesector’

Hubers vindt niet dat er maatregelen nodig zijn na de overschrijding van het fosfaatplafond. Evenmin is een discussie daarover nodig. “De pluimveesector neemt al jaren zijn verantwoordelijkheid door mestverwerking en mestexport.” Hij vindt dat er voor de pluimveesector geen plafond hoeft te zijn. “Dat plafond is afgesproken om derogatie te verkrijgen. Voor pluimvee was dat niet nodig. De pluimveemestproductie drukt al jaren niet op de Nederlandse mestmarkt.”

Hubers wil niet dat zijn pluimveesector wordt afgerekend op afspraken uit 2002. “Dat zijn theoretische afspraken uit een ver verleden.”

‘Het paard achter de wagen spannen’

Hij vindt niet dat er maatregelen nodig zijn om de fosfaatproductie in de pluimveehouderij terug te dringen. Zeker geen maatregelen via het voerspoor. “De pluimveesector heeft het fosfaat in het voer al teruggedrongen. Nog meer zou slecht kunnen zijn voor de productie van de dieren en het dierenwelzijn. Bovendien zou het averechts kunnen uitwerken voor de kwaliteit en daarmee de afzet van het product pluimveemest. Dat is het paard achter de wagen spannen.”

In totaal is via de POR-regeling vorig jaar 616.811 kilogram fosfaat aan pluimveerechten (1,2 miljoen pluimvee-eenheden) verleend. Volgens cijfers van het CBS heeft de pluimveesector in 2015 28,9 miljoen kilogram fosfaat geproduceerd, terwijl het in 2002 afgesproken plafond 27,4 miljoen kilo is.

Reactie pluimveevakbond NVP

Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), heeft vraagtekens bij de cijfers van dieraantallen die gebruikt zijn in de berekening voor de fosfaatproductie. “Ik kan plaatsen dat we als pluimveesector meer mest hebben geproduceerd, de trager groeiende vleeskuikenrassen zijn daar ook medeveroorzaker van. De dieraantallen kan ik niet plaatsen.” De Haan verwijst naar cijfers die de pluimveesector in december 2015 bij RVO.nl opvroeg over de benutting van pluimveerechten, waarbij RVO gemeld zou hebben ‘geen aanleiding te hebben om te veronderstellen dat ondernemers meer pluimvee houden dan waarvoor zij pluimveerechten dan wel ontheffing hebben’.

‘Wanneer wordt pluimveesector beloond?’

“Cijfers uit de meitelling zeggen niet per definitie dat er ook meer dieren gehouden zijn”, aldus De Haan, wijzend op boeren die in de opgave dieraantallen ruim aanhouden. Met dat als opmerking vindt de NVP-voorzitter wel dat er stabiliteit in de fosfaatproductie moet komen. “Alle sectoren moeten kritisch kijken: wat produceer je nu?”

De Haan plaatst, net als LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers, de kanttekening dat de pluimveesector het merendeel van de mest verwerkt. “Wanneer vindt een beloning voor de pluimveesector plaats, die al jaren bezig is met verwerking van de mest?”

Door Hans Bijleveld en Kirsten Graumans.

Beheer
WP Admin